De gevechten in het kader van de Joodse opstand begonnen Maandag 19 April 1943, aan de vooravond van het Joodse Paasfeest.
Een Poolse geheime krant „Biuletyn Informacyjny” van 29 April 1943, geeft over het begin van de opstand de volgende bijzonderheden: „Maandag 19 April, volgens de Joodse kalender, aan de vooravond van het Paasfeest, belegerde de met machinegeweren gewapende Duitse politie het ghetto. Verscheidene honderden SS-mensen braken in de vroege morgen in auto’s op in twee richtingen, n.1. in die der Nalewski- en naar die der Stawkistrasze. De Duitsers plaatsten op een kruising van de Stawkistrasze een trein en begonnen Joden met geweld daarin te brengen. Opeens begon een schietpartij en de ontploffingen van handgranaten werden hoorbaar. De Joodse gevechtsorganisatie begon zo het ghetto te verdedigen. Spoedig kreeg de schermutseling het aanzien van een algemene strijd en werd op een wijze gevoerd, die op een voortreffelijke organisatie wees. Ooggetuigen, die u t het ghetto konden ontsnappen, hebben ons over de eerste dag van de opstand volgende mededelingen gedaan:
„In de eerste Paasnacht verschenen er Duitse soldaten die een der ghettostraten wilden omsingelen en van Joden zuiveren, De Duitsers waren er reeds aan gewend, in de Joden niets meer dan slachtvee te zien en riepen daarom zoals gewoonlijk niet meer dan enkele SS-mensen op, om dat vernietiging der Joden te voltrekken. Om de Warschausc Joden, die zich verstout hadden in Januari 1943 tegenstand te bieden, te intimideren, kwamen de Duitse soldaten ditmaal op 6 tanks binnen. Maar toen ze in het donker in het midden der straat naderden, ratelden van alle kanten schoten uit de anti-tank mitrailleurs. Toen probeerden de Duitsers uit het ghetto te ontkomen: ze werden echter samen met hun tanks verbrand. Gedurende deze nacht deed niemand in het ghetto een oog dicht. Na middernacht brak de opstand uit.
Op het overeengekomen signaal veranderden 45.000 Joden, die door dwangarbeid murw, door de boeien van het ghetto en de tcrneergeslagenheid, die volgt op een lange honger-periode, uitgeput waren, het zwakke ghetto in een vesting vol met opstandelingen.
Uit de flarden van hun schande maakten de Joden de banier
46