De vernietiging van de Joden in Polen

bij voorkeur aan advocaten, onderwijzers, leraren, vroegere industriëlen enz., en zo gebeurde het, dat de conciërges in het ghctto van Warschau een academische opleiding bezaten.

CHRISTENEN IN HET GHETTO.

Een merkwaardigheid — bijkans grotesk te noemen — is het feit, dat talrijke Christenen ¹), die door de Nazi's, vanwege hun ras, als „Joden'’ beschouwd werden, in het ghctto ingedeeld werden. Zij hebben binnen het ghctto de mogelijkheid de kerk te bezoeken. Er werden door Katholieke geestelijken van het Joodse „ras" missen gecelebreerd. Ze moesten allen de Jodenster dragen, en ook de pastoors, zelfs gedurende de mis, hadden niet het recht hem af te laten.

De betrekkingen tussen deze Gai-Oc w n de Joden waren zeer goed. De Christenen namen actief deel aan het weldadig-heidswerk van het ghctto. Zij werkten vol toewijding aan de kinderhulp en de gezondheidsdienst mee.

Daar zeer vele Christenen in gunstige financiële omstandigheden leefden, konden zij belangrijke hoeveelheden geld ter beschikking van het algemeen belang stellen, daar het gebrek hieraan zich bij de verschillende philantropische instellingen van het ghctto duidelijk deed voelen. Het gebeurde niet zelden, dat een van deze Christenen int zie'¹, zelf b^;j de ambtenaren van de Joodse voorzorg verscheen, cn zon Ier zijn nnnm te noemen een grote som gelds ten gunste van dc volkskeuken of de arbeid voor de winterhulp ar.uhocd. Fm bestond tussen de Joden en de gedoopt en absoluut geen antagonisme. Het verschil in godsdienst speelde geen enkele rol.

DE STILTE. DIE AAN DE STORM VOORAFGAAT.

Begin 19a’ heerste er bctrekkelijke rust. De bezetters probeerden zelfs een zeker begrip aan de dag te leggen voorde behoeften van de Joden. Zo gaven ze bijv. de „Judenrat

’) Dc ..Gazeta Zydowska", nr. 38 van ! ’-V-194I. meWt, dat er volgens de telling van 1 Januari 19-11 in het ghctto 1540 Rooms-Katholicken, 148 Protestanten en 73 aanhangers van andere Christelijke belijdenissen waren.

21