roepen. Op deze tonelen in het ghetto treden de bekendste kunstenaars van Polen op, zoals: Michal Znicz, Irena Drybinska, Andrzej Marek, Abraham Samberg, Regina Cukier, Klara Segalowicz enz., enz.
Bovendien waren er in het ghetto veel plaatsen, die zich gewijd hadden aan de lichtere muze, zoals cabaret en café's, waar zeer begaafde toneelspelers optraden. Over het algemeen oefende het lied de grootste aantrekkingskracht uit en de z.g. „Garten” waren altijd overvol.
De zangers, die in de Jiddische taal zongen, trokken in het bijzonder. Een hele reeks van ghettoliedcren in de Poolse en Jiddische taal werden vervaardigd. De vervaardigster van de meeste ghettoliedcren in de Poolse taal was Paulina Braun.
De erkende lievelingen van het ghetto waren de toneelspelers David Zajdermann en Synche Postel. De bekendste liederen waren die, w'dkc actuele vraagstukken behandelden, b.v.: „Wohin solln mir gehn?” „Mamme, wos is a Jid?”, ,,Ich do, sie dort!”, ,,Der Schmuggler”, ,,Jom Kipur im Ghetto”. Het eerste ging over de Joden, de eeuwig verdrevenen, die geen land binnenlaten wil. Het tweede over: Een kind vraagt zijn moeder, wat het woord ,,Jid” betekent. Het derde behandelt het lot van een Jood, die met een Christin getrouwd is en nu van haar door de muur gescheiden is. Het vierde bezingt de daad van een smokkelaar, die zijn leven ervoor geeft om brood voor zijn kinderen te smokkelen. Het vijfde verhaalt van een geestelijke, een tot het Katholicisme overgeganen Jood, die bij de uitvoering van de dienst in de kerk op Jom Kipur (Grote Verzoendag) de weg naar het Jodendom terugvindt.
Dc opvoeding van de jeugd is een zaak, waaraan zeer bijzondere aandacht gewijd moet worden. Nadat de bezetters geweigerd hebben, in het ghetto scholen te openen, richten leidende mannen van de Joodse gemeente een theater op voor de kinderen, „Niebieskie Piskleta”, waar men stukken opvoert ter lering, opdat de jonge mensen tenminste een beetje onderricht krijgen. Maar wat betekent het, waar 54.000 kinderen er op wachten om naar school te gaan! De bezetters beloven weliswaar altijd weer de toestemming tot het openen van een school te geven, maar op het vastgestelde ogenblik weigeren de Nazi’s altijd w'cer opnieuw', onder het voorwendsel, dat er besmettingsgevaar bestaat, een gevaar.
19