Mannen en vrouwen hadden hun rugzakken en koffers met vreugde gepakt, waren te hoop gegaan, rustig en voldaan, met de gedachte: ziezo, morgen gaan we, eindelijk en gelukkig. Maar wat gebeurt: dinsdagmorgen om half zes komt er een boodschap door onze woonhuizen, laconiek: ‘Aangezien het transport is afgelast, wordt een ieder verzocht gewoon aan zijn werk te gaan.’ Pats! Boem! Iedereen stom van verbazing: zal er ’s een keertje een trein gaan waaraan men plezier kan hebben, gaat-ie niet De zionisten diep in de rouw. In mijn woning een hele familie van twintig, die hadden zitten darren en al hadden feestgevierd. De reden van het onheil. Hoogstwaarschijnlijk, wat ik er uit medische kringen van hoor: vrees voor het optreden van besmettelijke ziekten in het kamp van Celle, dat geen opvangkamp is, maar een zogenaamd Durchgangslager, zodat de Engelse autoriteiten aan de Austausch niet zouden willen beginnen. Er heerst hier nog altijd kinderverlamming, tot gisteren achtenveertig gevallen, ofschoon niet van gevaarlijk karakter. Waarschijnlijk zitten er in Celle nog meer joden, misschien ook wel niet-joden, en willen de Duitse gezondheidsautoriteiten er niet toe medewerken daar kinderverlamming binnen te loodsen. Hoe het nu verder met de transporten zal gaan, weet men niet, er lopen weer allerlei geruchten, maar zeker is wel dat tegen Kerstmis een korte stilstand zal intreden, zoals ook het vorig jaar. -Analoog aan de Austausch-lijst voor Palestina is er thans ook een lijst in de maak voor Zuid-Amerika, de oude Weinreb-lijst, waarop tienduizend joden voorkomen voor geheel Europa, waarbij duizend Nederlandse, die via
58