hard tegen wat er nog komen kan. Er spelen zich hier vele tragediën af, die tot de dagelijkse ondervinding behoren. Ook de verhoudingen geven aanleiding tot veel beklag en verontwaardiging. Daarover kan ik mij hier niet nader uitlaten. (Als mams mij nog eens wat stuurt in de naaste toekomst, duidelijk adresseren: Barak vi, Zaal i, Ziekenhuis. Intussen zending sardines en kaas ontvangen. Bedank mams hartelijk voor me.) Vervelen doe ik mij niet bepaald, want ik beleef hier veel. Wij zeggen hier: een mens kan wat mét maken. De weerslag van alle tragedies voelt de ziekenzaal duidelijk; zij leiden tot uitvoerige discussies, ontstemming en verbittering. Ieder voelt zich hier onzeker tegen de achtergrond van deze tragedies, ook zij die zogenaamd ‘teleurgesteld’ zijn doordat zij hier betrekkingen hebben. Men gevoelt hier dat uiteindelijk niemand hier blijft indien de oorlog nog lang duurt. Wij liggen hier met twintig mannen (mannen en kinderen) op een grote ziekenzaal waar wij elkanders narigheden dagelijks beleven. Wij volgen ook de wendingen van de oorlog met de dag en polemiseren, dom of verstandig, hartstochtelijk of gelaten, over de kansen van de oorlog, en kritiseren, stomweg of geargumenteerd, de houding der oorlogvoerenden. Kranten komen ad libitum binnen; ik lees trouw de N. Rotterd Crt., de Haagsche Post, de Tijd, de Courant, en ook nog weleens een andere krant. Iedereen op zaal komt mij kranten brengen. Men kent algemeen reeds mijn exorbitante liefde voor kranten en weet dat ik ze spel. Verder heb ik een knappe Engelse detectiveroman achter de rug; goed van stijl en taal, origineel van vinding: The last case of Test. Ben nu
12