haar geheimen. Vijf minuten later word ik binnengeroepen. ‘Also, mijnheer Zo-en-zo. Hoe gaat het.’ Ik leg mijn hand in zijn uitgestoken vlezige knuist. ‘Ik wil u vooraf hartelijk danken voor uw hulp op jl. dinsdag. U hebt u een vriend betoond. Wie zich mijn vriend betoont, is voorgoed mijn vriend, dat begrijpt u.’ Het van buiten geleerde lesje. ‘Spielt keine Rolle. Hoe staan de zaken.’ ‘Gisteren ben ik onverwacht bij Frau Slottke geroepen. Die heeft < mij > ondervraagd wat mijn huwelijksbetrekkingen, enz. betreft. Hebt u enig idee wat dat kan zijn?’ ‘Ik weet het niet, ofschoon ik het wel kan vermoeden.’ Diplomatiek gezicht; lange haal aan zijn sigaret. ‘Men zegt: Theresienstadt.’ Schlesinger zwijgt. ‘Denkt u dat het uitgaat van mijn krant? Ook een collega van mij was opgeroepen.’ ‘Waarschijnlijk wel.’ ‘Dus het is gunstig.’ ‘Denk het.’ Het klinkt niet overtuigend. ‘Weet u wat u doet? Komt u maandagavond bij mij en mijn vrouw op bezoek.’ ‘Goed!’ ‘Neen, laten we wat anders doen. U is een internationaal journalist. U zorgt dat ik morgen in de loop van de dag in een paar regels uw levensloop heb en uw betrekkingen in het buitenland.’ ‘Daar heb je ’t’, schiet ’t in mijn geest. ‘Goed!’ zeg ik. ‘In orde.’ Hij staat op ten afscheid. ‘Moet u de copie van mijn telegram naar Amsterdam voor Puttkammer niet hebben?’ ‘Die schenk’ ich Ihnen!’ Machtig heer! Potige handdruk bij het afscheid. Trottel zegt buiten: ‘Het is in orde: u blijft hier. Als u er maar voor zorgt, dat hij die paar regels omtrent uw levensloop en uw relaties krijgt. Ik heb mij garant voor u verklaard. Ik heb vertrouwen in u.’ Aardig van Trottel ! Kleine schelm, ik heb je door, leperd ! We zullen wel zien. Zo gemakkelijk ben ik niet te vangen. Tegen zeven uur kom ik in mijn barak terug: grote emotie over het van de radio afkomstige bericht, dat Engelsen en Amerikanen op Sicilië geland zijn. Iedereen vraagt iedereen: heb je het gehoord, is het juist? Gelukkig, eindelijk komt dan de invasie, die de Joden van de druk moet bevrijden en hun verlossing brengen. Dat is de stemming die algemeen heerst. Een kleine morele opkikkering in de ellende. Gisteren een transport van een grote tweehonderdvijftig Joden uit Amsterdam aangekomen.
zondag 11 juli De schaakcompetitie is helemaal verlopen en in het vergeetboek geraakt, ten eerste doordat deelnemers op transport moesten, ten tweede doordat de geesten sterk in beslag zijn genomen door de ‘ontsperring’ en de consequenties daarvan voor de transporten. Vorige week is de vader van een vriendin van mij de ziekenbarak binnengebracht. Geleerde, kerngezonde kerel, maar totaal onmaatschappelijk, een zonderling. Hij leeft dwars door zijn omgeving heen, doet niet anders dan lezen, het boek vlak onder de slechte ogen. Is zijn gehele leven goed verzorgd, verwend, staat in deze samenleving met zijn handen totaal
79