om hen in bedwang te houden deed op het podium dienst als decoratiestuk. Onder de gasten bevond zich ook professor David Cohen, die een ereplaats innam. De Obersturmführer had gisteren blijkbaar geen andere zorg. Geen der dienstleiders heeft geweigerd de vertoning bij te wonen.
Ook professor Cohen niet. Willy Rosen, die gevaar liep van transport, heeft zich een blauw stempel gezongen.
Een Jood komt bij Samson, een der bonzen, die grote invloed hebben, om hem te bewegen hem voor transport te bewaren. Samson neemt de man van top tot teen op en zegt: ‘Was wollen Sie, Sie sind reines Transportmaterial.’ Koud cynisme. Inderdaad, de man had geen enkel gebrek en was niet ziek, dus transportfähig. Referent Blüth komt op ziekenzaal. Een patient vestigt er Blüths aandacht op, dat hij maaglijder is en voor Polen niet geschikt is. Of Blüth hem niet van de lijst kan houden. Blüth antwoordt: ‘Des te beter voor je, des te eerder ben je dood.’
Koud cynisme.
zaterdag 10 juli Van Schlesinger geen antwoord gekregen. In de namiddag naar de Registratie om bij dr. Ottenstein te informeren naar het doel van de ondervraging van Frau Slottke. Dr. Ottenstein afwezig.
Slaapt omdat hij gisternacht in touw was geweest. Bromet kan me geen uitsluitsel geven. Daarna naar Trottel. Afgesproken samen naar Schlesinger te gaan. ‘Moet ik nog iets zeggen over hulp van dr. Spanier?’ ‘Hoeft niet, heeft Schlesinger al in orde gebracht.’ ‘Heb ik u al verteld, dat de stationsarts bereid is mij voorlopig nog te houden?’ ‘Dacht u, dat die dat zonder goedkeuring van Schlesinger zou doen?’ Ik besef het: machtig heer is die Schlesinger! Trottel trekt een bedenkelijk gezicht als hij verneemt van onderhoud met Frau Slottke. Schlesinger zal er wel meer van weten. Om half zes naar diens bureau. Moeten antichambreren. Klein toneel van de Joodse Raad in Amsterdam: in- en uitvliegen van Joodse ambtenaartjes. Uit een der kamers klinkt het geluid van een eerste viool, repetitie onder leiding van de dirigent van het orkest, Neuberg. Tegen kwart voor zes komt Schlesinger: zwaargebouwde, vierkante kerel, kogelronde kop met smal toelopend, kaal voorhoofd, sensueel gezicht, rode lippen, fosforiserende ogen. Dictatortype: hij heft de arm driftig gestrekt recht vooruit als groet. Wisselt een handdruk met Trottel. Gaat zijn bureau binnen en komt een ogenblik later terug met mevrouw Schlesinger die in zijn bureau gewacht had, om haar uitgeleide te doen. Vrouw zo rond als een ton, deugdelijk doorvoed, goed leven, bol hoofd als van een maanvis, pikzwart, blinkende witte tanden, coquet. Trottel gaat voorlopig zonder mij in Schlesingers kamer: het is beter, meent hij, dat hij Schlesinger eerst alleen ontmoet. Er kunnen anderen in de kamer zijn.
‘U moet maar doen zoals u dat het beste acht.’ De keuken heeft natuurlijk
78