In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



‘merakels best’. Het smakte door de zaal. Opa had voor ieder een goed woord, het woord van de in zorg en kommer wijsgeworden man, die zijn kinderlijke eenvoud en geloof behouden had. Als hij toornde tegen tekortkomingen of onachtzaamheden, tegen gebrek aan hygiënisch begrip, vlamde edele verontwaardiging door zijn stem, alsof de gehele mensheid beledigd en geschandaliseerd was. Hij had zelf met het leven afgerekend en zag de dood rustig en bedaard, als een verlossing tegemoet; maar hij was bezorgd voor zijn kleinzoon, wie het grote, gevaarlijke transport boven het hoofd hing. Roerende taferelen bij het bezoek: de oude man streelde en streelde het frisse gelaat en de zachte handen van de jonge man, als ware hij Abraham, de jóngen Izak. Wie deze ontmoetingen gadesloeg, geraakte diep ontroerd: in deze oude, strelende vingers sidderde het verlangen, van de jongen het lot, het noodlot af te wenden. Het jong klemde zich aan de grootvader vast als aan een beschermengel. Het lot week voor de bezwering van de grijsaard niet terug: de jongen ging de harde weg, die zovelen vóór hem moesten gaan. Het laatste schot vóór de dood viel. De oude, fikse man ging kwijnen, zijn psychische krachten namen snel af, het hart weigerde zijn diensten. Het dodenmasker weerspiegelde een reine, gave, goede mensenziel. Zo oud als hij was, was hij de Benjamin van de barak geweest. Deze keer geen koud cynisme, dat de onafgebroken opeenvolging van doodsgevallen in de toeschouwers wakker roept, maar spontane deernis. De lieveling van allen was heengegaan. Gisteravond groot diner in de dokterskamer, die grenst aan de ziekenzaal. Met het jongste transport is het gezin van de stationsarts meegekomen: vrouw, zoon en dochter. Een aantal lopende patienten met hun vrouwen waren genodigd om de hereniging met een maaltijd te vieren. In civiel, keurig aangedaan. Om half negen verdwijnen de genodigden in de dokterskamer. Hier en daar spelen patienten schaak of een partijtje bridge, staan of zitten groepjes een praatje te maken. Tegen negen uur het gebruikelijke appèl: ‘Mijne heren, naar de bedden!’ Het is uit met de pret. Een poosje later, ook volgens het bekende recept: ‘Stilte, mijne heren, ik wil geen woord meer horen. Jullie moeten slapen gaan! Het is de hoogste tijd!’ Het wordt stil; de patienten dommelen langzamerhand in. Opeens luidruchtige stemmen uit de dokterskamer: het gezelschap krijgt de hoogte. Een lachsalvo. Nog een lachsalvo. En nog een. Patienten schrikken op uit de dommel. De luidruchtigheid stijgt. De lachsalvo’s volgen elkaar op. Het wordt rumoerig op zaal. ‘Stilte, mijne heren ! Rustig, mijne heren!’ Protesten van patienten: ‘Op die manier kunnen we niet slapen. Laat ze daar stil zijn. Laat ze daar rustig zijn!’ Revolte.

‘Rustig, mijne heren!’ Lachsalvo’s uit de dokterskamer. ‘Moet je daar gaan zeggen! Waarom doe je dat niet? We kunnen zo niet slapen!’

Een broeder slentert naar de dokterskamer, klopt behoedzaam aan,


58

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.