In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



vandaag maakte niet de tragische indruk van voorafgaande transporten: voor het merendeel welgebouwde en goedgeklede mannen en vrouwen voorzien van goede dekens en uitrustingsstukken alsof zij voor een vakantieverblijf waren aangekomen, en die blijkbaar gewend waren te reizen. Een enkele zieke werd op een brancard nauwelijks opgemerkt naar het ziekenhuis weggedragen. Ook het publiek reageerde niet alsof het wederom een tragisch moment in zijn tragisch lot beleefde: slechts een belangstellend uitzien naar familieleden, vrienden en kennissen alsof men op vakantie-aan-zee was en vreugdig nieuwe gasten inhaalde.

Niet de stille smart of de zwijgende deernis van mensen, die hun broeders en zusters een gevangenis en een plek des onheils zien betreden, maar luidruchtige kreten van herkenning en begroeting. Westerbork-le-Bain, zoals een geestig man dit kamp heeft betiteld.

maandag 21 juni Gisteren een stralende dag met een milde zon. Vandaag een vieze, druilende regen. Vannacht zijn nóg twee treinen elk met ongeveer tweeduizend Joden binnengekomen, ook in beestenwagens, toen alles sliep. De tragiek van de duisternis, waarin schijnwerpers hun onheilspellend licht werpen. Vanmorgen vroeg deponeerden lorries de duizenden koffers, zakken en bundels, die de Joden uit hun huizen hadden meegenomen en die in een aparte wagon waren geladen, op het terrein tussen de barakken, waar de Joden waren ingekwartierd, in de regen op stoffige grond. De regen werd modder: duizenden mannen en vrouwen hebben, na een lange, afmattende wachttijd, hun bagage bemodderd teruggekregen. In dichte troepen zijn zij de barakken ingedreven: drie, vier, soms vijf mensen in twee bedden, mét hun bagage. De bedden staan drie verdiepingen hoog, gescheiden door gangetjes van een halve meter breedte op zijn hoogst, zonder één enkele tafel,‘bank of stoel. Tot duizend, elfhonderd mensen in één barak, zonder elleboogruimte, zonder behoorlijke berging voor hun kleren, kris-kras dooreen. Als mieren gaan zij langs en over elkaar, als kleine, onbetekenende mieren. De opeengepakte mensenlijven stralen een hitte uit als in een oven. Zij verspreiden een walm als een brandende fakkel. Zij slapen dicht-opeengepakt, onrustig, woelig: vaak op het stalen geraamte van het ledikant, soms op de grond. Eén grote stroom van mensen sjokt naar de w c. Zij zijn al weer vroeg bij de hand: om drie uur ’s nachts, teneinde een behoorlijke wasgelegenheid te krijgen. Als bijen aan de overvulde korf, zo klonteren zij overdag in drommen in en om de ingang van de barakken. Tussen en om de barakken zwermen zij rond, of staan zij in groepen bijeen, als op een kermis of markt. Een bestendig geschuifel en gezoem, precies als m de barakken: geren en geloop naar de Joodse Raad, naar invloedrijke of of gewaand-invloedrijke mannen om een ‘Zurückstellung9 te verkrijgen,


52

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.