direkt voor plaatsvervangers moet zorgen. Na het avondeten gaan de mannen uit eigen beweging direct naar bed, teneinde de vermoeienis van de zware arbeid te boven te komen en mee te kunnen. Een bijzonder geval, dat zich voordeed, was het volgende: op een dag werd het prikkeldraad op een bepaalde plaats doorgesneden bevonden. Om half drie des middags werd in stromende regen appèl gehouden en de gevangenen medegedeeld, dat zij tot half negen op de appèlplaats zonder eten zouden moeten blijven, tenzij de daders zich meldden. Na een poos begonnen Joden tegen de straf te morren en brachten de daders bij de s s aan. Laatstgenoemden werden als afschrikwekkend voorbeeld zwaar getuchtigd. Bonewit heeft drie weken aan de Moerdijk gewerkt. Toen hij in Vught terugkwam en om zijn civiele kleren vroeg, kon men hem die niet teruggeven: zij waren er niet meer. Hetzelfde was het geval met de anderen. Hij moest in wat onderkleren naar Westerbork worden vervoerd. Hij is verbolgen over de houding van de leden van de Joodse Raad te Vught, die hem hadden voorgespiegeld dat hij het aan de Moerdijk beter zou hebben dan in het kamp te Vught. Hij verklaarde, dat de mannen, die naar de Moerdijk waren gezonden, de verzekering hadden ontvangen dat hun vrouwen en kinderen ‘gesperrt’ zouden blijven zolang zij aan de Moerdijk tewerk waren gesteld, en later de schriftelijke mededeling hadden gekregen, dat hun vrouwen de kinderen in een ‘Heim’ zouden onderbrengen en weer naar Vught terugkeren. Intussen is het familieverband officieel opgeheven. Sedertdien zijn vele van deze vrouwen en haar kinderen naar het Oosten op transport gesteld.
Vandaag een gekookt ei gehad. Bericht uit Amsterdam, dat er zo goed als geen boter en kaas, noch vruchten of vis zijn te krijgen.
donderdag 10 juni Vlak achter het prikkeldraad van het kamp bloeien statig de paarse lupinen. Een verkwikking voor het oog van de duizenden gedeukte mannen, vrouwen en kinderen, die in het avonduur uit de dorre straatjes tussen de doodse barakken, of uit de stomme vensters van de vieze washokken de natuur kunnen begluren. Tussen de lupinen verheffen zich om de paar honderd meter de torens, waar maréchaussées met de barse helm op de rode, boerse kop en de angstwekkende karabijn binnen het bereik van de hand de wacht houden, om ontvluchting te voorkomen. Langs het prikkeldraad patrouilleren maréchaussées met de karabijn aan de forse schouder. Ook de lupinen staan onder strenge bewaking: wie niet uit het kamp mag voor het verrichten van arbeid, blijft erin en steekt geen vinger uit naar de decoratieve lupinen. Maar het wémelt van lupinen in het kamp: op de ruwe houten tafels in de woonbarakken staan zij, in oude, doffe conservenbussen, voor de ramen te pronken; zij brengen aldus wat kleur en fleur en geur
37