In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



Holland! Uit mijn barak zijn ongeveer honderddertig mensen vertrokken. In het kamp zijn thans nog tweeënveertighonderddertig Joden aanwezig. De meeste barakken staan leeg, levenloos. De bewoonde barakken zijn gewoonlijk overvol. De dag van het transport is er ruimte om adem te halen. De volgende dag zijn zij al weer tot de nok gevuld. Morgen wordt het restant van barak 62 over de nog aangehouden barakken -71 en 72 en 84 - verdeeld. Ook van de kleine woonbarakken, waar de leden van de Duizend-lijst en enkele andere bevoorrechten, zoals oud-leden van de Joodse Raad, huizen, staat een deel leeg te gapen. Het kamp is als een kleine jongen met een veel te wijde broek en een diep over zijn oren hangende pet. De wegen zijn leeg. De sfeer heeft iets dreigends gekregen. Het gevoel bekruipt <ons>: wij zijn achterblijvers, hadden wij niet mee moeten gaan, er niet bij moeten zijn? Dat komt vermoedelijk nog wel. Het wordt ongemoedelijk in de ongemoedelijkheid. Het regiem wordt strenger voor dat handjevol Joden: de commandant komt sedert de laatste dagen de barakken inspecteren, of er niet te veel rommel heerst, of de bedden wel behoorlijk zijn opgemaakt. Men ruikt een beetje de lucht van Vught, men voelt scherper de hand van de s s-officier.

Waar zijn zij, die achterblijven - als zij achterblijven - aan toe?

Welk spelletje zal de zwarte kat spelen met dat muizevalletje vol muizen? Het gerucht loopt, dat mr. Gomperts in Amsterdam is gearresteerd.

De Barnevelders worden niet met rust gelaten; de commandant heeft bevolen, dat alle inwoners van de barak tot het vijfenzestigste jaar zaterdagmiddag en zondag de gehele dag buitendienst moeten doen.

Hij is blijkbaar razend op de plutocraten, de bourgeoisie van 85.

Sedert enkele dagen hebben de maréchaussées opdracht gekregen op de weg van het kamp tot Hooghalen ’s nachts te patrouilleren.

zaterdag 26 februari Vandaag heeft weer een invasie plaats gehad van onbekenden uit barak 62. Dat kan nogal eens schelen: de vorige twee keren een groot aantal bekenden en intellectuelen uit de barakken 68 en 69, deze keer een groot aantal totaal vreemden uit de 62.

Ik voel me onwennig, ingeklemd tussen muren van mensen, van wie ik de taal niet spreek, van wie ik de gewoonten niet deel, wier bemoeizucht ik verfoei. Het toeval heeft gewild, dat ook een jeugdvriend in mijn barak is aangekomen en mijn ‘slaapje’ is geworden, zoals men dat gewend was in de kazerne, op de chambrée. Maar het is toch heel anders dan toen: vroeger de behoefte aan samenzijn in de bloei van de jeugd, in de aanhankelijkheid, die de vormingstijd van de man kenmerkt, nu de behoefte aan alleen zijn met zijn rijpgeworden gedachten, zijn bezinning en bezonnenheid, de behoefte aan de ruimte, die de welvaart van het leven in de geest heeft ingeschapen. Het vriendschappelijke nabijzijn


300

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.