Gisternacht zijn uit Arnhem twintig Joden aangekomen, de leden van de Joodse Raad. Eergisternacht de leden van de Joodse Raad uit Groningen. De strafbarak zit stikvol: meer dan vijfhonderd Joden: mensen en bagage liggen als een grote, onontwarbare kluwen dooreen, de mensen struikelen over de mensen, om zich verstaanbaar te maken moet men het voortdurend gedruis van stemmen, het geschuifel van voeten overschreeuwen.
De mannen doen graafwerk, de vrouwen werken voor een groot deel in de industrie, onder toezicht van OD-ers. De Barnevelders liggen ook nog dicht op elkaar. Sinds zij een deel hunner bagage hebben teruggekregen, liggen ook zij hopeloos overhoop met hun bezittingen. In de andere barakken zijn voldoende bagagebedden beschikbaar, zodat de bewoners zich tenminste een zekere ruimte kunnen scheppen en een beetje adem kunnen halen. In de barak der Barnevelders niet één: elke avond moeten zij hun bedden ontruimen, hoe weten zij zelf niet, zij liggen vaak op en tussen hun bagage in. Alle barakken maken de indruk van een uitdragerij, die van de Barnevelders van een bazar: kleurige kledingstukken, fraai vlechtwerk of doeken tegen de wanden en aan de balken. De Barnevelders voelen zich grotendeels gelukkig dat zij hier zijn, omdat zij geen valse positie meer innemen, ook omdat zij uit de benauwenis van een klein kluitje mensen bijeen zijn verlost. Zij hebben vandaag intussen hun blauwe stempel gekregen: zij zijn er voor het ogenblik gelukkig mee, maar zij begrijpen wel dat zij niet naar Westerbork zijn gebracht om er te blijven als de oorlog nog lang duurt. In het document, dat zij van Frederiks hebben gekregen, staat dat zij gevrijwaard zijn van tewerkstelling in Nederland of in het buitenland, maar er staat niet in, dat zij gevrijwaard zijn van transport naar het buitenland. Wat is trouwens een belofte van Frederiks waard onder de stilzwijgende garantie van de nationaal-socialisten. Hoevele beloften hebben de heren zelf niet al geschonden, hoevele lijsten hebben zij hier al doen ‘platzen’! Zij hebben sedert enkele dagen weer wat nieuws: zij hebben weer groene stempels uitgereikt aan een aantal hunner, die in de industrie werkzaam zijn, in het bijzonder aan de arbeiders in de metaalindustrie. Dit als ‘Zusatz’ tot degenen, die op de Duizend-lijst zijn geplaatst en die op hun Lagerkarte de aantekening st hebben gekregen. Dat st betekent: Stammliste.
De houders van deze soort Lagerkaart komen aanstonds in de kleine, comfortabele barakken, die anderen hebben moeten ontruimen. Zij genieten ook bijzondere rechten: deze week heeft ieder hunner een pak waspoeder ten geschenke gekregen. De commandant weet ijver te belonen.
zondag 10 oktober Volgens verklaring van de rechercheurs nemen de diefstallen in de barakken de laatste < tijd > snel in aantal en in omvang toe. De laatste paar dagen zijn in enkele barakken kisten en
181