In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



gaan. Lauw hangt de hitte van de zon over het kamp. De zon is weg, achter de horizon verdwenen. Wij snakken naar adem. Op de zandheuvels langs de gracht met geel water aan de buitenkant zoeken mannen en vrouwen verademing van de benauwenis, die hangt in de straten tussen de barakken. Zij zitten op een rijtje op de zandhoop tegenover het prikkeldraad. Voor hen de gehelmde maréchaussée met het karabijntje in de vierkante uitkijktoren: een koekoeksklok met een mannetje, dat bij hele, halve en kwart-uren te voorschijn komt. Het leunt verveelt in verstarde houding over de balustrade, nu eens naar links, dan naar rechts, telkens weer. In de verte een onafzienbaar bed van paars-fluwelen heide, die het oog streelt, zinnelijk geboeid houdt. Een hemel vol vlammen en strepen, die feller worden met het vallen van de duisternis. De mannen en vrouwen wanen zich in de Sommerfrische, zij vergeten de gracht met geel water en het verroeste prikkeldraad, vergeten het mannetje in de koekoeksklok, de barakken en het dorre veld, die zich achter hen uitstrekken, zij staren in de eindeloze verte, waar het paars van de heide zich in de trillende schemer verenigt met de gevlamde hemel. Een hete, eindeloos hete dag voorbij met een poëtisch slot. Men maakt zich los van het fascinerende natuurtafereel, maakt zich gereed voor de nacht, voor de realiteit. Achter hen staat het dreigement van het transport, dat de geesten benauwt en dat de mens de slaap maakt tot een hel.

‘Heb je ’t gehoord? Gemmeker gaat weg.’ ‘Misschien kan Schlesinger wat voor hem doen.’

Bezoek aan ‘het magazijn’. In het magazijn ligt het aardewerk opgestapeld, dat de knechten van de Gestapo uit de huizen van de Joden hier in de buurt hebben vergaard. Oorspronkelijk werd het magazijn beheerd door een Ariër, die alles als een Cerberus bewaakte. Het oude kamp putte eruit naar zijn gading. Opeens was dat uit. Sedert enige dagen is het magazijn weer opengesteld en ’s morgens vroeg al staan de vrouwen in ‘slangetjes’ om te ‘winkelen’. Elkeen mag een paar stuks van zijn gading meenemen: een paar bordjes, een vaasje, een kussen, etc. Een kampvriend wilde ook wat hebben. Ik mee. De opzichter, een boom van een Jood, zo dik en breed als een pad, tot mijn kampvriend: ‘Na, was wollen Sie.’

‘Ik wou voor Frau Schlesinger een paar dingen hebben.’ ‘Ich hab’

Frau Schlesinger die schönsten Sachen geschickt.’ ‘Ik bedoel voor Frau Dinges.’ ‘Bitte.’ De opzichter wijst op een hoop prullen aan één zijde van de zaal. ‘Mag ik daar wat van uitzoeken?’ Mijn vriend wijst op een andere zijde. ‘Nein, das ist alles reserviert für den Kommandant.’ Een stapel lampetkannen, cuvettes, koffiekannen, enzovoort, enzovoort, enzovoort. ‘Kunt u niet een oogje dichtknijpen?’ ‘Was Äuglein zukneifen!

Pass ’mal auf. Ich bin der Dienstleiter von Bereich II. Vergiss das nicht. Hier fällt nichts zuzukneifen. Pass ’mal auf dass Sie Ihre Stellung


132

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.