In Depot

Titel
In Depot

Jaar
1964

Druk
1964

Overig
1ed 1964

Pagina's
303



komen de vrouwen, familieleden, vrienden op bezoek: kakafonie van stemmen, zoals het gesjirp van een leger krekels in een tropisch oerwoud, hard, schril, doordringend. Als de mannen van het werk thuiskomen, gaat het crescendo: gedrang als in een bazar, lawaai als in een papegaaienlaan in Artis. Als de dagbladen binnenkomen, barst opnieuw een lawine van politieke en militaire bespiegelingen los, vlak, zonder bezinning, luid, lawaaiig. Tot tien uur, tot elf uur. Voordat het rumoer gedoofd is, iedereen stil en rustig ligt, is het half twaalf. De volgende morgen staan de mannen loom, lusteloos op.

vrijdag 6 augustus Avondwandeling met een jonge, intelligente vrouw. Regenachtig weer. Aan de rand van het kamp gesprek over de reactie van de Joden op de samenleving hier. Eeuwig thema. Een jonge Jood komt op ons af, lange, schrale kerel. Met de vinger wijst hij naar de diepe gracht, die de Joden tegen hun eigen ontvluchtingsdrift aan weerszijden van het prikkeldraad hebben gegraven: ‘Lijkt dat niet op een massagraf?’ Wij kijken elkaar aan: wat bedoelt deze man met dit lugubere woord. Ik denk aan loopgraven, waar soldaten onder moordend artillerievuur als vliegen vallen. ‘Ja,’ zegt de man, ‘als het misgaat, gelooft u dan niet dat de Duitsers hier de Joden en masse in zullen werpen? Ze laten ons deze grachten toch niet voor niets graven.’ Ik moet lachen: dat lijkt me wel wat fantastisch. In mijn onderbewustzijn leeft de sensatie: ze zijn er boeven genoeg voor. De man zegt: ‘Katyn.

Dat hebben de Duitsers toch zeker gedaan. Dat kunnen zij om vijf minuten voor twaalf hier ook doen. Een paar machinegeweren en het is gebeurd.’ Wij geloven het niet: Katyn is vast het werk der bolsjewisten; hoe weten de Duitsers dat het vijf minuten voor twaalven is, en dan hebben ze wel wat anders te doen. We blikken gezamenlijk in de diepe schacht in het zand, waarin de schoppen nog steken, in gelid overeind staan. Hij is er geschikt voor, en de boeven deinzen voor niets terug. ‘Maak u maar niet ongerust’, zeg ik tot de man, ‘het zal zo’n vaart wel niet lopen.’ De man gaat weg. ‘Tekenend voor de stemming en de angst onder de Joden.’

De boeven zijn er toe in staat. Het giet. Wij staan tegen een barak onder een luifel na te praten. Een raam gaat open, een mannekop komt naar buiten: ‘Komt u toch binnen!’ Een kampvriend had onze stemmen herkend. Met modderschoenen klauteren we door het venster naar binnen. Wij zitten opeens midden tussen de gedoopten, de geschmadden.

Vallen in een gezelschap met een balalaika. Kennismaking: ‘Is u de man van de heetwaterkraan?’ ‘Ja.’ ‘Is u de juffrouw van de Joodse Raad?’ ‘Ja.’ ‘Is u Rus?’ ‘Ja.’ Mijn metgezellin, dochter van een Russische moeder, voelt haar Russisch bloed sidderen, barst in het Russisch uit: ‘Goworietje-lie woei paroeskie?’ Als kwetterende mussen zitten twee


112

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.