De positie van de vrouw in maatschappij en gezin.
EEN weetgierig Hollander stelde aan een jonge Russische reisgidse, een ernstig, kloek meisje met goede, doch resolute manieren, de vraag: „En
is Stalin getrouwd, en heeft hij kinderen?” Het meisje antwoordde niet met: „Ja,” — of: „Ik weet het niet,” maar met de korte en bondige repliek: „Dat zijn dingen, waarmede wij ons niet bezig houden.” Het meisje bedoelde daarmede te zeggen: of iemand in Sovjet-Rusland getrouwd is of niet, en of hij kinderen heeft of niet, is een zuiver particuliere zaak, waarmede niemand anders dan de betrokkenen zelf iets uitstaande hebben. Ons boezemen slechts de zaken van openbaar belang belang in.
Met het bovenstaande antwoord is de positie van de vrouw in de Russische samenleving in het algemeen gekarakteriseerd. Zij is daarin opgenomen als sociaal, als produceerend wezen; slechts als zoodanig kent en erkent de staat haar. Wat zij daarnevens doet, daarvoor heeft de staat geen belangstelling, zoolang de eischen van den staat er niet bij te kort komen. Zij neemt volstrekt dezelfde positie in als de man, voor haar bestaat in maatschappelijk opzicht vrijwel geen enkele beperking. De gelijkheid van man en vrouw in Sovjet-Rusland reikt inderdaad veel verder dan die in West-Europa of de Vereenigde Staten. Maatschappelijk verricht zij precies denzelfden arbeid als de man, voor de wet is zij in alle opzichten gelijk, in haar particuliere leven kan zij zich precies hetzelfde veroorloven als de man, zonder dat men haar daarop aanziet.
* *
*
Waar men in Sovjet-Rusland toevalligerwijze komt, kan men zonder bijzondere moeite waarnemen, dat de vrouw maatschappelijk inderdaad gelijk in tel is als de man. De vrouw verschijnt in de belangrijkste staatsfuncties niet zoo veelvuldig als de man, eerder sporadisch, doch zij kómt er voor: een vrouw is volkscommissaris van financiën, een vrouw is gezante in Zweden. Op de regeerings- en partijbureaux wemelt ’t van vrouwelijke functionarissen, in de transportbedrijven, de bouwbedrijven, de fabrieksnijverheid maken zij een groot percentage van het personeel uit. Op de trams doen zij dienst als wagenbe-stuursters en conductrices, langs de spoorbanen doen zij grondwerk, zij kloppen en sjouwen steenen waar huizen worden gebouwd, in de fabrieken staan zij in mannenkleeren achter de werkbank, op het land nemen zij deel aan de bewerking van den grond en aan het inhalen van den oogst.
Een paar cijfers mogen een beeld geven van den omvang en den groei van den vrouwenarbeid in Sovjet-Rusland. In 1927—’28 werkten 673.000 vrouwen in de industrie, in 1931 1.276.000, het percentage in de textielindustrie was het grootst, n.1. 63 pCt., in de ertsmijnen het laagst, n.1. 8 pCt., op de staats-landbouwbedrijven werkten vrouwen beneden 18 jaar, 5 pCt. van het totaal aantal vrouwen, boven de 18 jaar 12.5 pCt.
Het is den vrouwen verboden, in bepaalde gevaarlijke of uitputtende bedrijven te werken.
86