DE STRIJD TEGEN KERK EN GODSDIENST.
Een stroom van menschen, scholieren, soldaten, wordt dagelijks door de zalen van deze musea geleid, waar zij onder deskundige voorlichting in haat tegen het geloof worden onderwezen of gesteund. Deze propaganda vult op de scholen en in de clubs het onderwijs tegen den godsdienst van kinderen en volwassenen aan. Pelgrimstochten uit alle deelen van het rijk, vooral van boerenarbeiders, worden doorloopend naar het Lavra-klooster georganiseerd. In hoeverre hier het oude religieuze sentiment drijfveer is voor deelneming aan deze tochten naar het heiligdom, kan slechts worden vermoed. In 1930 trokken dagelijks gemiddeld 200 personen door de zalen en catacomben van het klooster, in het afgeloopen jaar 400.
Den indruk, dien deze fabelachtig-gesystematiseerde propaganda op de eenzijdig voorgelichte Russische jeugd, en ook de volwassen bevolking, moet maken, mag men zeker niet onderschatten.
De organisatie der atheïsten steunt deze officieele regeeringspropaganda met een satiriek weekblad met spotprenten, genaamd „Bezbozjnik” („De God-looze”). Men merkt van de werkzaamheid van dit genootschap in normale omstandigheden niet veel; tegen christelijke, joodsche of mahomedaansche feestdagen echter ontplooit het een sterke activiteit. De „Bezbozjnik” bevat voor het gevoel van den Westerling vaak smakelooze persiflages en caricaturen. Het genootschap, dat op 17.000.000 leden rekende bij het eind van het vijf jaars-plan, telt er slechts 3è millioen.
* *
De Russische kerken zijn overal zichtbaar in verval. De sovjetregeering heeft niet den moed gehad, de kerken — en ook de synagogen en moskeeën — eenvoudigweg te sluiten. Volgens de wet mag sluiting van kerkgebouwen slechts geschieden, wanneer de groote meerderheid der geloovigen eener parochie ze voorstelt, of de kosten der kerk niet langer wenscht te dragen. De regeering heeft echter de positie der kerk ondermijnd door haar haar bezittingen te ontnemen en haar bewegingsvrijheid volkomen aan banden te leggen. Haar fanatieke volgelingen hebben, vooral in de groote steden, er het hunne toe bijgedragen, de sluiting te bevorderen, hetgeen het vorig jaar in stormtempo geschiedde. Waar de regeering er kans toe ziet, vernietigt zij onder een of ander aannemelijk voorwendsel kerken of godsdienstige monumenten, zooals te Moskou de Verlosserskerk, die plaats moest maken voor een Arbeiderspaleis, of de schrijn van de Iberische Moeder Gods, die het moderne verkeer in den weg stond; of transformeert ze, wanneer de kerkelijke gebouwen geen bijzonder sterke aantrekkingskracht voor den geloovige hebben, in gebouwen van openbaar nut en arbeidersclubs. Zij vertrouwt op de resultaten van de opvoeding, op de evolutie van den geest, en veronderstelt dat de kerk, althans wat hier nog van over is, op den duur wel zal afsterven, zooals andere overblijfselen van het kapitalisme wel zullen afsterven.
In ieder geval staan in alle groote steden nog groote kerken ten dienste van de geloovigen. Niet slechts te Moskou; ook elders. Te Kiejef vonden wij de groote Sofia-kathedraal voor den dienst geopend. Te Odessa stuitten wij, op den sterfdag der Heilige Moeder Gods, op een ontzaglijke menschenmenigte op de bordessen en binnenplaats van een der grootste kathedralen, in ootmoed wachtend op een processie van geestelijken, die met tientallen in vol ornaat van goud en fluweel op het terrein van het kerkgebouw en even buiten het kerkhek op het trottoir een soort stillen ommegang maakten. Het grootste deel van het publiek bestond uit vrouwen, voor het meerendeel van middelbaren leeftijd, en bejaarde mannen. De autoriteiten laten deze soort processies op kerkelijk grondgebied klaarblykelijk toe. Ook elders, waar wij kerken bezochten, ook in een betrekkelijk kleine stad als Alexandrofsk, in de Oekrajiene, bestond de gemeente grootendeels
82