DE STRIJD TEGEN KERK EN GODSDIENST.
Lavra-klooster, dat in een reuk van onovertrefbare heiligheid staat wegens de mystieke gewijd-heid van de aarde, waarop het rust. Te Moskou in de beroemde kathedraal van den Heiligen Basilius, de kleurrijke en grillig-gevormde kerk, die Iwan de Verschrikkelijke heeft doen bouwen als dank aan God voor de overwinning in den oorlog tegen Kazan. Te Leningrad in de weidsche Isaaks-
kathedraal. Vele andere kerken en kloosters zijn voor een soortgelijk doel ingericht.
Boven den hoofdingang van het Lavra-klooster leest men: „Gij zult de verlossing niet verwachten van God noch van de geestelijken ; het proletariaat zal zich zelf helpen”. Andere opschriften luiden: „Christus heeft nooit bestaan”. „De popen zijn de vijanden van de arbeidersklasse”. „De cultuur der ongeloo-vigen zal de cultuur der geloovigen vernietigen”. „De godsdienst is steeds voor de uitbuiting gebruikt”. Te Moskou vonden wij o.m. de volgende opschriften: „De strijd tegen den godsdienst is de strijd voor het socialisme”. „Godsdienst is opium voor het volk”. Soortgelijke opschriften vindt men overal elders. Zij getuigen van een ontzagwekkend zelfvertrouwen bij de bolsjewisten, doch ook van dezelfde kinderlijke naïeveteit en hetzelfde fanatisme, die men in vele andere opzichten bij de Russen terugvindt. De godsdienstgeschiedenis, die de musea van alle volken ter aarde met de vergaarde emblemen en andere heilige voorwerpen aanschouwelijk voorstellen, — welke, in weerwil van de bedoeling der bolsjewisten, getuigenis afleggen van prachtige cultuur, — wordt louter uit de economie verklaard, in overeenstemming met de historisch-materialistische leerstellingen van Marx, waaraan de bolsjewisten onbezweken vasthouden, ondanks de scherpe critiek, welke deze leerstellingen in West-Europa moeten verduren.
In het antireligieus museum te Moskou vindt men aanschouwelijk voorgesteld, dat de oorlog met Kazan niet als godsheiligend werk is gevoerd, en daarom door de kerk gezegend is, doch als een stuk imperialisme in het belang der Moskousche groothandelaars. Men vindt den tsaar hier afgebeeld als den voor-naamsten grootgrondbezitter en kapitalist van Rusland, die door de kerk, waarmede hij verbonden is, heilig wordt verklaard. Eveneens vindt men er de voorstelling dat de strijd tusschen christendom en heidendom in Rusland in de elfde eeuw een stuk klassenstrijd was, waarin de vorsten aan den kant van het christendom staan.
81