„HET BESLISSENDE JAAR 1931”.
kapitaal met 4£ milliard roebel zou worden uitgebreid. In werkelijkheid heeft Sovjet-Rusland zijn industrieel plan aanzienlijk ingekrompen, heeft het, buiten de groote werken, die in aanbouw waren, geen nieuwe werken op touw gezet. Uit de handelsbalans blijkt, dat in het eerste halfjaar van 1931 slechts een bedrag van 517 millioen roebel is ingevoerd tegen 575 millioen in het eerste halfjaar van 1930. Het grondkapitaal is in de eerste negen maanden met slechts
1.800.000 millioen roebel vergroot, of met 40 pCt. van het geraamde bedrag, dat einde des jaars in het gunstigste geval nog meer dan een milliard bij het plan ten achter blijft. Een reservefonds van li milliard bij de begrooting voorzien, is niet gekweekt. De Sovjetregeering is teruggekeerd tot een sterk-gefor-ceerde binnenlandsche leeningspolitiek. De graanuitvoer is aanzienlijk verminderd, de graaninzameling levert groote moeilijkheden op, en de oppervlakte die van 10 September tot midden November bezaaid is, is vier millioen hectaren minder in plaats van zes millioen meer, gelijk geraamd.
Het jaar 1931 is voor de Sovjetregeering geen rooskleurig jaar. De gevolgen zullen zich vermoedelijk eerst in 1932 duidelijk doen gevoelen.
Ruslands kapitaalsbehoeften stijgen naar gelang van de uitbreiding zijner industrieën, en zonder de hulp van West-Europa komt het naar het schijnt moeilijk uit. De verwachting van Grinko, een der voornaamste auteurs van het Vijfjarenplan, dat het ontworpen tempo van industrialisatie kan worden verwezenlijkt zelfs wanneer het bedrag van het door Europa verleende crediet niet aanzienlijk wordt verhoogd, of de voorwaarden van buitenlandsche credieten niet worden vergemakkelijkt, is ten minste aan twijfel onderhevig.
59