„HET BESLISSENDE JAAR 1931”.
blijken de harde feiten te erkennen, — dat de economische wereldcrisis een leelijke streep is door de rekening van Sovjet-Rusland. Hier krijgt Trotzki met zijn ruimen blik gelijk in zooverre hij steeds heeft betoogd, dat er een onverbrekelijk verband bestaat tusschen de Westersche conjunctuur en de economische plannen van Sovjet-Rusland, — wordt Stalin, hoezeer men ook zijn organisatorische talenten en staatmansmoed kan waardeeren, als nationalistisch economisch opportunist in het ongelijk gesteld. Onze zegsman qualificeerde de crisis als „een zeer betreurenswaardige zaak voor Rusland”. De wereldcrisis had Rusland, tegen de verwachting in, niet begunstigd: de economische crisis was te vroeg gekomen, op het voor Sovjet-Rusland meest ongunstige tijdstip. Rusland zal echter moeilijk kunnen loochenen, dat het zelf schuldig staat aan de daling van de prijzen van petroleum, hout, mangaan, graan en visch op de wereldmarkt. In hoeverre hier het beoogde moreel gewin, dat de bolsjewisten van de wereldcrisis verwachten, opweegt tegen het betreurde materieel verlies, zal de naaste toekomst moeten uitwijzen. Zij blijven er overigens vast van overtuigd, dat het kapitalisme zichzelf te gronde zal richten, omdat het geen georganiseerde economie heeft en de behoeften niet kan dekken.
* *
*
Uit de Russische handelsbalansen blijkt in ieder geval duidelijk, dat de kapitaalsderving groot is. In 1929 leverde de geheele export uit Sovjet-Rusland in een rond getal 921 millioen roebel op, in 1930 rond een miljard; — in het eerste halfjaar van 1931 slechts 367 millioen, tegen 469 millioen in dezelfde periode van 1930. Het resultaat is een aanzienlijke vergrooting van de passiviteit der Russische handelsbalans. Van 1921, het tijdstip van de hervatting van den buitenlandschen handel, tot October 1928, het optreden van het vijfjaar-plan, beliep het passief saldo 380 millioen goudroebel; van 1 Januari 1929 tot 1 Juli 1931 bedroeg het passief saldo 13Ü millioen roebel.
Achteruitgang van de handelsbalans kan Sovjet-Rusland bfl zijn groeiende industrieele behoeften, die groeiende financieele verplichtingen tegenover het buitenland met zich medebrengen, niet verdragen. Dit springt duidelijk in het oog, wanneer men in het oog vat dat Sovjet-Rusland 1 October van dit jaar 1.4 milliard goudroebel buitenlandsche schulden op korten termijn had loopen, waarvan 1150 millioen wegens ingevoerde goederen, meerendeels machines. Van deze schulden kwamen Duitschland 575 millioen toe, Engeland 200 millioen, den Vereenigden Staten 160 millioen, Polen 60 millioen, Italië 35 millioen, Oostenrijk en Japan elk 30 millioen.
Bovenstaande cijfers geven het beeld van Ruslands financieele positie van het oogenblik. Zij wordt, behalve door de algemeene wereldcrisis, ook beheerscht door uit deze crisis voortkomende ernstige nevenomstandigheden, zooals stijgende protectie in West-Europa, maaldwang in Frankrijk, Zweden en, straks, ook in Engeland, waaronder de Russische graanexport gebukt gaat.
Dat Sovjet-Rusland tracht, het tempo van zijn goudproductie te verhoogen, disconteering, herdisconteering en prolongeering van haar wissels te verkrijgen, en warenruil te bewerkstelligen, is begrijpelijk.
* *
*
Sovjet-Rusland ziet zich in 1931, het kritieke jaar, gedwongen, de versnelling van het tempo van zijn industrialisatie voor een aanzienlijk deel prijs te geven. Men had verwacht, dat naast een aanzienlijke productie-vermeerdering in gevestigde bedrijven, de reconstructie van vele oude bedrijven en de bouw van een reeks nieuwe industrieele bedrijven zouden plaats hebben en het grond-58