Een volk bouwt zijn huis

VAN DEN HOOGHARTIGEN KAMEEL EN DEN ARMZALIGEN EZEL.

zijn uit van de hopelooze onveranderlijkheid van zijn lot, dat bepaald is, de gelaten onderwerping aan hoogere machten, die het zoo hebben beschikt en tegen wie verzet ten slotte niet baten zou. Hij is dan ook maar een dom, klein, nietig ezeltje, geboren voor de zware karweitjes, waarvoor hij wordt aangewezen. Een poging om zijn kop hoog te dragen, zooals de kameel, die dagelijks naast hem voortschrijdt, zou hem een verwaand voorkomen geven, zou hem onsterfelijk belachelijk maken. Hij is daarvan, wanneer hij in alle stilte tot zichzelf komt, diep overtuigd.

Palestina is óók vol van zulke kleine ezeltjes, die den heelen dag kreunen en steunen over het moeizame van hun bestaan en aan het eind van den dag berustend hun lot aanvaarden. Hoe het ezeltje in Palestina is gekomen, is een raadsel, maar vast staat dat het ezeltje in Palestina behoort, als nevenverschijnsel van den kameel, om dezen door de frappante tegenstelling beter tot zijn recht te doen komen. De kameel is op zich zelf zeker een voorname verschijning; doch de kleine zwoegende ezel geeft deze verschijning eerst relief. En dat is naar het schijnt het eigenlijke doel van het bestaan van den ezel in Palestina.

89