HET INCIDENT VAN DE KLAAGMUUR.
KERK VAN HET HEILIGE GRAF TE JERUZALEM.
kunnen tegengaan. Zegt in dit verband wat, dat in 1931 119 Joden het slachtoffer zijn geworden van sluipmoord? In 1932 ongeveer evenveel? Zegt in dit verband ook wat de vraag, die mij een vooraanstaand Engelsch bestuursambtenaar, die het land vijftien jaar heeft gediend, in een gesprek over den toestand stelde: „Bent u bevreesd voor een botsing in de toekomst?” en mij, toen ik antwoordde: „Eerlijk gezegd wel”, het pessimistische bescheid gaf: „Ook ik ben daarvoor bang.”
Wat hierboven is weergegeven is voor de Joden in P a 1 e s t i n a in de kern der zaak geen nieuws. Zij weten, dat de toekomst hun nog voor verrassingen zal stellen en zij zijn daarop volkomen ingesteld en voorbereid.
81