Joden in de verstrooiing.
TE Brindisi, het Zuidelijkste punt van Italië, het uiterste punt van verbinding tusschen het Europeesche vasteland en den Oriënt, heeft de „Italia” een klein uur stilgelegen om de post aan boord en nieuwe passagiers op te nemen. Brindisi zelf levert reeds een Oostersch beeld. Zoover het oog het kust-front bestrijkt, onregelmatig op elkaar gestapelde en tegen elkaar gedrukte kubussen, waarin menschen huizen, grijze, door het zonlicht aangevreten steenblokken. Daartusschen eenerzijds, met een opening naar de zeezijde, een vierkant, waar wat dor gras vegeteert en wat plompe palmen hun spichtig gebladerte apathisch naar den bodem laten nijgen. Anderzijds een hooge en reusachtig breede steenen trap, het voorname overblijfsel van den antieken Romeinschen heirweg naar het Zuiden. Een stoffige kade, waar hoopen steenslag gereed liggen ter verharding van den stukgereden weg. Op den voorgrond een hoog-oprijzende wit-marmeren beeldenzuil, klaarblijkelijk van recenten datum, als getuigenis van de fascistische revolutie. Een donkere Italiaan vent op een handkar kleurige vruchten en noten. Slordige kereltjes op bloote voeten azen op de goedgeefsch-heid van passagiers. Eerste typisch verschijnsel van het bedelende Oosten. De kleine tien passagiers, die aan boord klauteren, zijn meerendeels Britten, van wie een aantal naar Irak gaan om daar hun plaats te vinden ergens in de heete petroleumvelden.
Ik heb mij intusschen nader aan boord kunnen oriënteeren. Het blijkt, dat vrijwel alle Europeesche landen vertegenwoordigd zijn. Na Brindisi ziet de tafel, waaraan ik zit, er als volgt uit: aan mijn linkerhand een Fin, een jonge dirigent, aan mijn rechterhand een Schot, links tegenover mij een Duitscher, recht tegenover mij een Amerikaan, rechts tegenover mij een Engelschman uit Londen. Dit portretje geeft reeds een aardig beeld van de internationale gesteldheid van mijn boot. Alle tafels hebben soortgelijke samengestelde combinaties. Zoo vindt men aan boord, behalve het groote contingent Duitschers, Tsjecho-Slowaken, Italianen, Polen, Engelschen, Amerikanen, Franschen, Oostenrijkers, onderdanen van Spanje, van België, van Hongarije, van Lithauen, bijna allen Joden. Ook een aantal Palestijnen: Joden, die in Palestina geboren zijn en terugkeeren van een bezoek aan Europa, waar zij verwanten hebben en den band hebben gesterkt met de zonen van het oude ras in de d i a s p ora, de verstrooiing. Deze Palestijnen, kinderen van chaloet-s i e m, Joodsche pioniers, zijn voor ons toeristen homines novi. De Zionisten aan boord beschouwen hen met eerbied en behandelen hen als nieuwe vrienden met hartelijke onderscheiding; zij zijn een belangwekkend centrum van belangstelling en gedachtenwisseling. Gezonde jonge menschen met van de zon doorgloeide gezichten, waarin heldere oogen. Dat is voorloopig het eenige opmerkelijke, wat aan hen valt waar te nemen. Een jong meisje uit Tel Aviv is onuitputtelijk in jiddische volksliedjes, die gedeeltelijk in Palestina zijn geboren en de belangstelling van den Finschen dirigent, die ook componist is, hebben gaande gemaakt: hij heeft de muziek en de woorden opgeteekend om ze, hier en daar muzikaal gezuiverd, in Europa verder te verbreiden. De Zionisten aan boord genieten van deze zoowel sentimenteele als geestige liedjes.
De groote schakeeringen in de Zionistische beweging komen natuurlijk ook
8