Een volk bouwt zijn huis

Titel
Een volk bouwt zijn huis

Jaar
1933

Druk
1933

Overig
1ed 1933

Pagina's
104



Britsche belangenpolitiek.

GROOT-BRITTANNIË heeft de kunst verstaan om met de gratie van den geboren gentleman het beschermheerschap over het Joodsche volk te ver-eenigen met de behartiging van zijn politieke en strategische belangen in het Naburige Oosten. Reeds in 1799, toen Napoleon droomde van een tocht dwars door Klein-Azië ter verovering van Engelsch-Indië, roken de Britten met hun scherpe politiéke intuïtie de voortreffelijke waarde van het Oostelijk deel van de Middellandsche Zee met betrekking tot hun bezittingen in het Oosten. Zij leidden de verdediging van de vesting van Akko, die Napoleon „de sleutel van het Oosten” noemde, en zetten Napoleon ook den voet dwars in Egypte.

Sedert het midden van de vorige eeuw ontwikkelde zich in Groöt-Brittannië een intense belangstelling voor Palestina, die een merkwaardige mengeling was van de overtuiging in het protestantsche Britsche volk, dat de profetieën van den Bijbel betreffende den terugkeer van de Joden naar Palestina zouden worden vervuld, en van de reeds broeiende politieke gedachte, in dit deel van de wereld den Britschen invloed te vestigen. Eenerzijds kon men van kerkelijke zijde warme belangstelling waarnemen voor het lot der Joden in Palestina en de Heilige Plaatsen, anderzijds politieke belangstelling bij de Engelsche staatslieden, die de rol op zich namen van beschermers van de Joden in het Oosten. De ideologische en politieke interesse van het Engelsche volk kwam wellicht • het sterkst tot uiting in T a n c r e d, het derde deel van de Trilogie over de politieke toekomst van Engeland van de hand van Benjamin Disraeli, eens de beroemde premier van Groot-Brittannië en raadsman van koningin Victoria, waarin hij den terugkeer van het Joodsche volk naar Palestina direct verbindt met de toekomstige politieke rol van Engeland in Klein-Azië.

Het is zeker geen toeval, dat de eerste Zionistische leiders voor de practische verwezenlijking van het nationaal herstel van het Joodsche volk het oor van de Engelsche staatslieden hebben gezocht en gevonden.

* *

*

De bezetting van Egypte door Engeland in 1883 drong het vraagstuk van Palestina voor de Britten in de sfeer der actueele politiek. Uit de geschiedenis blijkt dat de mogendheid die Egypte bezet hield, steeds een natuurlijke belangstelling aan den dag legde voor Palestina. Deze belangstelling was voor Groot-Brittannië des te natuurlijker, omdat de economische en strategische positie van het Suezkanaal Groot-Brittannië ertoe noopte, om te zien naar doeltreffende steunpunten aan beide kanten van den grooten weg naar Indië. Zoo leidde het belang der Engelschen bij het Suezkanaal er toe, dat lord Cromer in 1892 bij de grensafbakening tusschen Egypte en Turkije bleef vasthouden aan een scheidslijn, die liep van El Arish, de Bijbelsche rivier, naar den top van de Golf van Akaba, terwijl de Turken deze scheidslijn wenschten te doen loopen van El Arish naar Suez, waardoor het schiereiland Sinaï, dat veertig jaren lang door de khedives was bestuurd, onder Ottomaansch bewind zou zijn gekomen. In 1906 zag Groot-Brittannië zich zelfs gedwongen in de Golf van Akaba een vlootdemonstratie te houden om de Turken af te brengen van hun voornemen, met geweld het schiereiland Sinaï te bezetten, en de overeenkomst van 1892

73

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.