Een volk bouwt zijn huis

Titel
Een volk bouwt zijn huis

Jaar
1933

Druk
1933

Overig
1ed 1933

Pagina's
104



Engeland hoofd van Jut.

DE politieke status van Palestina wordt beheerscht door het mandaat, dat Groot-Brittannië in het jaar 1922 uit handen van den Volkenbond heeft ontvangen. Dit mandaat stipuleert de verplichtingen van Groot-Brittannië ten aanzien van het mandaatgebied, d.w.z. ten aanzien zoowel van Joden als Arabieren, het bevat regelen voor de verhouding tusschen de Arabieren en Joden onderling. Het is totnogtoe een bron van eindeloos geharrewar geweest, dat zich practisch heeft gedemonstreerd in het noodlottig gekrakeel over den bodem en immigratie.

Onmiskenbaar is, dat de structuur van het mandaat zwak is. Het is zwak, omdat het op twee gedachten hinkt: overeenstemming van belangen van twee figuren, die lijnrecht tegenover elkaar staan, en omdat het voor de afweging van deze belangen slechts algemeene aanwijzingen kon geven, die elk der beide figuren volgens haar eigen opvatting en belang uitlegt. Het is ook zwak, omdat het geboren is in zeer gecompliceerde politieke verhoudingen, waarvan het den stempel bij zijn geboorte zichtbaar heeft medegekregen. Het mandaat is voor de Joden niet het doorzichtige kristal geworden, dat zij zich op grond van de befaamde Balfourverklaring van 1917 hadden gedroomd; — voor de Arabieren is het eenvoudig een document, dat verraad belichaamt van heilige beloften.

* * *

Het mandaat spreekt zich eenerzijds uit „voor de vestiging in Palestina van een Nationaal tehuis voor het Joodsche volk”, — legt anderzijds den mandataris de verplichting op er voor te zorgen, dat „de rechten en positie van I andere deelen der bevolking niet worden benadeeld”. Hoe staan partijen tegenover dit dualisme? De Balfourverklaring op zichzelf was voor de Joden reeds een teleurstelling. De Zionistische Wereldorganisatie had, toen Balfour den Zionisten zijn voornemen te kennen gaf om het door de Britten, Joden en Arabieren gezamenlijk veroverde Palestina voor een Joodsch nationaal tehuis beschikbaar te stellen, een formule voorgesteld, die veel verder ging dan die, welke Balfour ten slotte heeft gekozen. Zij had verlangd, dat Balfour de „historische rechten” der Joden op Palestina zou erkennen en „den wederopbouw van Palestina als het Joodsch Nationaal Tehuis” zou afkondigen. De Balfourverklaring beperkte zich evenwel tot de veel engere verklaring van „e e n Joodsch nationaal tehuis i n Palestina” en koppelde de bescherming van „de civiele en burgerrechten van bestaande niet-Joodsche gemeenschappen” er rechtstreeks en onverbrekelijk aan vast. Het mandaat, dat het „historische verband van het Joodsche volk met Palestina” erkent, evenals „de gronden voor herstel van hun nationaal tehuis in dat land”, is een getrouwe afspiegeling geworden van deze Balfourverklaring.

De Balfourverklaring echter had in de Zionistische, en feitelijk in Joodsche kringen ver daarbuiten, den indruk gewekt van een schitterende belofte tot verwezenlijking van een onvervalschten Jodenstaat, zooals Herzl zich dien gedacht had; de practische uitvoering van de Balfourverklaring kwam echter neer op de consequente inbinding van de hoop der Zionisten. Elke Engelsche minister en

69

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.