Een volk bouwt zijn huis

Titel
Een volk bouwt zijn huis

Jaar
1933

Druk
1933

Overig
1ed 1933

Pagina's
104



ZIONISTEN, ARABIEREN EN HET BODEMVRAAGSTUK.

een klein deel voor bebouwing geschikt, de rest is bergland of woestijn zonder water, want practisch zonder regen, die in Palestina slechts vijf maanden van het jaar, en dan nog schaars en onregelmatig, valt. Van dit kleine gedeelte ligt een zeer aanzienlijk deel in de vlakten, waar vrij rijkelijk water kan worden aangeboord. Het geheele bebouwbare gebied is nog niet eens voldoende voor de tegenwoordige Arabische bevolking, die de laatste jaren snel gewassen is, zoodat haar behoefte aan grond aanzienlijk is toegenomen. De Joden bezitten het grootste deel van de vruchtbare vlakten, afgescheiden van opties, die zij thans van Arabische grootgrondbezitters in handen hebben. Terwijl in de vlakten elke familie van 5 personen met 25 doenam grond kan volstaan is in het weinig vruchtbare berggebied voor elke familie minstens 120—150 doenam noodig. Bijzonder hinderlijk voor de Arabieren daarbij is, dat de Joden zonder te letten op de belangen der Arabieren, zooveel mogelijk grond koopen voor de toekomst: zoo hebben zij in Galilea 16000 doenam grond in reserve liggen, in het gebied van Toelkaram 15.000. Met het gevolg, dat een groot aantal Arabische landbouwers, meerendeels pachters, uit hun brood zijn gestooten. Duizenden pachters zagen zich genoopt het land te verlaten, of arbeiders te worden, een deel ervan loopt werkloos rond. Tallooze fellahin, zelfstandige boeren, zagen zich gedwongen, onder den heerschenden economischen nood, te zwichten voor het blinkende Joodsche geld en hun land aan de Joden te verkoopen.

Wat antwoorden daarop de Joden?

Zij zeggen: er is grond genoeg, zoowel voor de Joden als voor de Arabieren.

Er zijn betreffende de oppervlakte van den bodem, voor bebouwing geschikt, herhaaldelijk schattingen gemaakt, die onderling zeer uiteenloopen en aanleiding hebben gegeven tot veel geschrijf en gewrijf. De Arabieren hebben hoogstwaarschijnlijk de neiging, deze oppervlakte minimaal voor te stellen, in Zionistische kringen is men wellicht geneigd, een maximale variant op te geven. Hoe weinig vastheid echter in de schattingen op dit punt kon worden verkregen, kan blijken uit het feit, dat zelfs twee officieele persoonlijkheden als de commissaris voor landerijen en de directeur voor landmeting tot schattingen komen, die ook nog aanzienlijk uit elkaar liggen. Zoo schat laatstgenoemde het voor bebouwing in aanmerking komende bergland op 2.450.000 doenam, eerstgenoemde op niet minder dan 5.376.000, zoo schat laatstgenoemde het voor ontginning geschikte land in de vlakten op 4.094.000 doenam, eerstgenoemde op 5.216.000. De*Engelsche mandaatregeering besloot de schatting van den directeur voor landmeting als uitgangspunt voor haar eigen politiek aan te nemen, omdat deze schatting dicht de schatting nadert van den bekwamen expert dr. A. T. Strahom. Volgens deze schatting bezitten de Joden in Palestina een hoeveelheid grond in eigendom en optie, die, ofschoon nauwelijks vijf procent vormend van de totale bodemoppervlakte, toch meer dan zestien percent uitmaakt van de oppervlakte, die voor bebouwing in aanmerking komt. Deze oppervlakte is inderdaad aanzienlijk.

De Joden zien hierin volstrekt geen motief, dat hun grondpolitiek zou kunnen veroordeelen. Zij stellen zich in de eerste plaats op het algemeene standpunt, dat. het enkele feit, dat zij met moderne middelen den bodem van Palestina hebben ontgonnen, het land aanzienlijk rijker heeft gemaakt, hetgeen uit de voortdurend stijgende inkomsten van de schatkist, die dit jaar zelfs op een ruim overschot kan wijzen, onloochenbaar blijkt. Zij zeggen verder: het is waar dat wij de vruchtbare dalen van het land hebben bezet, doch deze dalen lagen grootendeels braak, toen wij in Palestina kwamen, en die hebben wij met ons geld en onze arbeidskracht tot vruchtbaarheid gebracht. Indien wij niet gekomen waren, zouden deze gronden vermoedelijk grootendeels nog dezelfde naakte, dorre, zandige bodem, of dezelfde giftige moerassen zijn, waaruit wij


57

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.