SMELTKROES VAN EEN NIEUWE NATIONALE EENHEID.
dagelijks de verschijnselen waarneemt in discussies, waarin de economische levenskansen en de geestelijke levensvoorwaarden worden gewikt en gewogen, en waarin smartelijk geestelijke ontreddering aan den dag treedt. De gemeenzame, weinig individualistische en weinig-eischende Oost-Europeesche Joden, hoezeer ook begaan met het lot der Duitsche Joden, kunnen de arrogantie en halfslachtigheid der Duitschers moeilijk aanvaarden of verdragen. Zij herinneren zich daarbij met eenige bitterheid, hoe de Duitsche Joden, tezamen met de antisemieten, de Polen, die destijds gedwongen werden Duitschland als hun tweede vaderland te kiezen, als menschen der tweede en derde orde plachten te behandelen. De Duitschers hebben ook thans de neiging, zich van de Oost-Europeesche Joden verre te houden, door in deze gemeenschap een eigen Duitsche taaleenheid te vormen. Bij het streven naar een samenleving, die stoelt op het Hebreeuwsch, is deze neiging irriteerend. De ostentatieve, maar overigens onschuldige proclamatie van een Duitscher: „Wir Deutschen reden deutsch” bleek bij deze geprikkeldheid in staat, onder de chauvinisten ontstemming te wekken; de arrogante eisch van een anderen Duitscher, die in een café of elders, waar hij in het Hebreeuwsch werd ontvangen, eischte „in een cultureele taal te worden toegesproken”, heeft hier en daar kwaad bloed gezet.
De Duitsche Joden, die thans naar Palestina stroomen, vormen voor het oogenblik naar geschiedenis en cultuur een vreemd lichaam in deze, reeds voor een aanzienlijk deel geestelijk geconsolideerde, samenleving, die tegen dit lichaam botst. Deze consolidatie maakte groote vorderingen vooral door een steeds wassende jonge generatie, die op de scholen het Hebreeuwsch als haar nationale moedertaal onderwezen krijgt en die in het openbaar het Hebreeuwsch zoo rad en rap gebruikt, als een Hollandsch kind het Hollandsen. Dat is een wonderlijke gewaarwording. Het Hebreeuwsch in Palestina is vooral door de kinderen bezig van een kunstmatige, of historische, tot een springlevende taal te worden. Het snel groeiende Tel Aviv is vooral in dit opzicht de bakermat van een nieuwe Joodsche natie. Dit voelen de Oost-Joden scherp. Vandaar hun openlijke trots op Tel Aviv.
* »•. *
Hoe deze samenleving zich verder als uniforme nationale samenleving zal kristalliseeren, is een zaak van de toekomst. Het karakteristieke Joodsche karakter van Tel Aviv uit zich in de heiliging van den Sabbath. Dit is een delicaat punt. Ofschoon Tel Aviv door-en-door een Joodsche stad is met alle uiterlijke kenteekenen daarvan, zoo moet tevens worden geconstateerd, dat het religieuze element er op den achtergrond staat. Twee groote synagoges, een der Azkenazische en een der Sefardische Joden, geven uiting aan de godsdienstige gezindheid der Joodsche samenleving. Zij nemen echter noch door hun architectuur, noch door hun topografische positie een overheerschende plaats in, ook al verdwijnen zij niet onopgemerkt in het stadsbeeld. Een betrekkelijk klein deel der bevolking, in hoofdzaak de oude generatie, heiligt den Sabbath met gebed in de synagoge en in huis. Op Vrijdagavond en Zaterdagavond kan men voor de open ramen in de zilveren kandelaars de kaarsen zien flakkeren, die den gebeden sfeer verleenen.
De jonge generatie, — en Tel Aviv bestaat in groote meerderheid uit jonge menschen, — heiligt den Sabbath op haar wijze. Voor haar is de Sabbath niet een dag des inkeers, of van vrome belijdenis, doch van ontspanning van een week harden arbeids. Deze jonge generatie is met moderne levensbegrippen uit het Westen naar Palestina gekomen en vindt in de natuurlijke gesteldheid van Tel Aviv aansporing om van den Sabbath een dag van natuurgenot te maken. In den loop van den Vrijdagmiddag valt het werk stil en ’s avonds kan men langs de boulevards duizenden jonge mannen en vrouwen, meestal gepaard, naar het jam — den waterkant — zien trekken, waar zij zich onder de lauwe luchten en het vurig firmament van een sub-tropisch klimaat in het halfduister aan het 22