ende tuin. Ze zaten aan een gezellig gedekte tafel met broodjes, krentenbollen, verschillende soorten kaas, een grote schaal met aardbeien en een thermoskan met koffie en een met thee. Omdat het er ook heerlijk koel was kwam Selma weer een beetje bij. De zenuwen op haar maag voor de afspraak met de dokter straks waren wat gezakt en ze had zojuist met smaak een wit boterhammetje met aardbeien opgepeuzeld. In die tijd had Bonny er al twee op en was nu bezig een krentenbol te besmeren met een laagje gezouten roomboter. 'Ben jij nu al uitgegeten?' vroeg ze kijkend naar Selma's lege bord. 'Toe meid, neem nog wat, wil jij anders deze krentenbol? Jij kan het er best bij hebben hoor.' Prompt begon ze een heel verhaal dat zij blij mochten zijn dat zij niet waren als een moddervette vriendin van haar die leed aan obesitas, aan vraatzucht. Zij, Bonny, hield ook van eten, maar toch niet zo. 't Was wel doodzielig, alles had die vriendin al geprobeerd om af te slanken en...
Selma keek op haar horloge. Twaalf uur geweest, over een uur zat ze bij de dokter. Ze liep het volgens Bonny in vijf minuten maar toch, na half één zou ze alvast op weg gaan. Liever daar nog even moeten wachten, dan hier de hele tijd maar zitten te zitten. De voordeur sloeg dicht en ze schrok op. David kwam thuis, meteen voelde ze zich ongemakkelijk. David Co-hen, een gepensioneerde rechter had zo'n autoritaire, aanmatigende manier van doen, dat Selma immer het gevoel had zich tegenover hem te moeten verdedigen. De middelgrote, kalende David, gekleed in een kaki bermuda en een donkerblauw poloshirt, kwam de eetkamer ingelopen en keek verrast op Selma aan tafel te zien zitten. 'Kijk eens wie we daar te gast hebben,
98