luisterde ze de boodschap op het antwoordapparaat helemaal af, noteerde de naam en het telefoonnummer van de vervanger op het notitieblokje en belde het meteen. 'Met de praktijk van dokter de Beer,' zong de doktersassistente, 'wat kan ik voor u doen?' Selma stelde zich voor en begon uit te leggen dat ze patiënt was van dokter van der Wal die op vakantie was en dat ze heel graag een afspraak wilde maken met diens plaatsvervanger, omdat haar klachten het beslist niet toelieten op de terugkomst van haar huisarts te wachten. Ondertussen had de assistente wat in de agenda zitten bladeren. 'Vanmiddag om 1 uur heeft mevrouw de Beer nog een plekje,' zag ze, 'anders wordt het einde van de week.'
Vanmiddag was prima, vond Selma. 'Maandag, 3 juli, 13.00 uur. Mevrouw Bloch. Staat genoteerd hoor!'
De afspraak klonk Selma als muziek in de oren. Ze voelde zich immens opgelucht, zo makkelijk als het ook gegaan was. Deze assistente had geeneens verder gevraagd waarom ze bij mevrouw de Beer langs wilde. Daar was ze ook zo blij mee, dat de vervanger een vrouw bleek te zijn. Een vrouwelijke dokter zou het verdriet over haar schuld aan Aarons dood vast veel beter aanvoelen dan haar eigen huisarts, dat eeuwig humeurige, kortaangebonden mannetje. Strakjes, om één uur al moest ze er zijn, eindelijk had ze weer eens iets om naar uit te kijken. Van de woonkamer stapte ze zonder erbij na te denken de kamer van haar zoon binnen. Bram, die achter zijn bureau met het hoofd tussen z'n handen verdiept zat in een dik studieboek, keek verstoord op: 'Wat kom je doen?'
'Ik kom je alleen even vertellen...'
62