depressivum en slaaptabletten. 'Om eens drie maanden te proberen,' had ie gezegd. Niks had ze aan die troep gehad, de capsules tegen depressiviteit had ze maar een blauwe maandag geslikt. Ze was er meteen mee opgehouden toen Bonny met een krantenartikel kwam aanzetten waarin stond dat die troep zelf-moordneigingen opwekte. Alle pillen had ze meteen door de plee gespoeld. En de slaappillen hielpen haar alleen om in slaap te komen, steevast werd ze midden in de nacht wakker en zag dan als eerste Aaron, op weg van Boszicht naar het spoor. En daarna begon de hel. Bram had helemaal gelijk, ze moest niet wachten met de huisarts te bellen, als ze het nu deed kon ze er misschien morgenochtend nog terecht. Zat ze mogelijk volgende week al bij het JMW.
Op het tafeltje naast de telefoon vond Selma in de klapper het nummer van de huisarts en draaide het. Vlot, al na één keer rinkelen werd er opgenomen. 'U spreekt met mevrouw Bloch,' begon Selma. 'Ik zou graag...' Ze hield in omdat ze verbinding bleek te hebben met het antwoordapparaat van de praktijk. 'De dokter is met welverdiende zomervakantie,' vertelde het kinderachtige stemmetje van zijn vrouw, '25 juli is hij weer terug en kunnen er weer afspraken gemaakt worden. Tot dan kunt u met uw gezondheidsklachten terecht bij de waarnemingsarts, dokter...'
Selma liet de hoorn zakken, tranen schoten haar in de ogen. Waarom zat haar toch altijd alles tegen? Wat moest ze nou, een vervanger zou immers nooit een verwijzing voor het JMW uitschrijven. Toch moest ze het erop wagen, ze had geen keus. Opnieuw draaide ze het nummer van haar huisarts en met een pen in de hand
61