zitten en drukte op de spatiebalk van het toetsenbord. Het donkere scherm lichtte op en toonde een ingewikkelde wirwar van algebra en Griekse lettertjes. Terwijl hij met behulp van de computermuis de vergelijkingen één voor één over het scherm voorbij liet trekken, telde hij nog steeds minstens elf verbindingsschakels nodig te hebben. Elf logische algebraïsche schakels om deze losse vergelijkingen met elkaar te verbinden tot een alomvattende formule... en hij was al ruim vier maanden onafgebroken en tevergeefs bezig met het zoeken van nog maar de eerste schakel. 'Hopeloos,' verzuchtte hij en bedacht dat zijn zo verlangde deadline volstrekt onhaalbaar was geworden.
'Geen Pesach in Jeroesjalaiem volgend jaar zelfs,' mompelde hij met een zuur vertrokken gezicht. Z'n tijdschema had hij veel te optimistisch en daardoor veel te krap ingeschat. Dit was een lelijke streep door de rekening, niet enkel voor moeder en hem, maar voor het gehele joodse volk. De bedreigende situatie voor Israël noopte tot haast, veel meer tijd om te blijven doorzoeken naar zijn ontbrekende schakels had hij simpelweg niet. Nerveus streek hij door z'n haren, die tijdsdruk, die eeuwige tijdsdruk. Zijn blik ging naar de steen die op de hoek van zijn bureau lag, een brok donkergrijze, granietachtige gneis, bespikkeld met veldspaat. Deze steen had hij eens tijdens een wandelpauze op een congres in Canada opgeraapt uit een rivier, de Acasta rivier in de Northwest Ter-ritories en volgens een Canadese collega die met hem meeliep was de steen afkomstig uit een rotsformatie van ruim vier miljard jaren oud. Bram voelde altijd een zekere rust over zich komen bij de gedachte dat in die vier miljard jaren hele continenten uit elkaar
50