verkwikt te zijn wilde hij gedurende de dag ook maar enige kans op succes maken. Nadat hij z'n kussen goed onder z'n hoofd had getrokken, nestelde hij zich in de foetushouding, sloot z'n ogen en trachtte uit alle macht de slaap te hervatten. Maar een tien minuten later sliep hij nóg niet en hij voelde dat het gedaan was met zijn nachtrust. Hij had het ook akelig warm. De warmte die overdag buiten zinderde maakte de nachten op zijn kamer benauwd en drukkend. Zuchtend rolde hij op z'n rug, wierp het enkele laken van z'n naakte, bezwete lichaam en vouwde z'n armen onder z'n hoofd. Om de tijd te doden besloot hij maar wat te gaan liggen denksporten met priemgetallen. Het eerste getal dat hem te binnen schoot was 1234567891. 'Nu nagaan of dit al dan niet een priemgetal is,' dacht hij. Dat het niet deelbaar was door twee, noch door 3 of door 5, 7, 11, wist hij in een mum en met de wat grotere getallen als 563 en 859 ging het delen ook nog redelijk vlot. Om echter te weten of 1234567891 deelbaar was door 1627, daarvoor had hij al zijn aandacht nodig en juist op dat moment klonk er gestommel aan de andere kant van de muur. Op slag verloor hij z'n concentratie, met dank aan zijn moeder die zonodig d'r bed afmoest en in het donker zeker ergens tegenaan knalde. Waarom maakte ze ook geen licht? Via het dunne wandje dat hun slaapkamers scheidde ving hij iedere voetstap die ze zette, elk geluidje dat ze maakte op. Heel irritant. Nu hoorde hij de kraan lopen, nam ze zeker een bekertje koud water tegen de warmte, had ze daar dus, evenals hij, last van. Maar waarom bleef ze dan niet rustig op bed liggen in plaats van door d'r kamer te banjeren, deed hij toch ook? Elke stap van haar klonk hem als gebonk in de oren en hij lag zich te verbijten dat ze geen enkele moeite deed zachtjes
36