/
Negen maanden later
In de nacht van maandag 3 juli werd Bram doornat wakker uit een bange droom. Hij had weer eens in stromende regen door een eenzaam bos vol zwammen-woekering en zwartgeblakerde bomen rondgedwaald op zoek naar vader. Het was een vaak terugkerende droom waarin hij tenslotte z'n vader vond in een onpeilbaar diep graf. Aan de rand van dat gapende gat in de grond wilde hij Kaddisj voor hem zeggen, maar uit zijn geopende mond kwamen louter versmoorde geluiden. Of.., vaag kwam het hem voor dat z'n droom deze keer iets anders verlopen was. Er zweefde hem een beeld voor de geest van dat graf en hij wist ineens dat hij niet zijn vader maar zichzelf daar in de diepte had zien liggen.
Er trok een huivering door hem heen en hij draaide zich vlug op z'n zij. Hij moest deze droom onmiddellijk uit z'n hoofd zetten, er niet meer aan denken en nu vlot weer zien in te slapen, 't Was nog maar kwart voor vier, zag hij op de digitale wekker naast zijn bed en hij had zijn slaap hard nodig. Was een gezonde nachtrust in de tijd dat hij nog op de universiteit werkte van belang, nu hij zich alle dagen thuis achter z'n bureau wijdde aan een mathematisch werk van exorbitante moeilijkheid, diende hij meer dan uitgerust en
35