heet hij en...'
'Jawel, ik weet dat meneer uw echtgenoot is. Ik zal u zo direct antwoorden, mevrouw Bloch, maar eerst wil ik graag dat u gaat zitten.' En met een quasi ontspannen lachje om zijn dunne lippen liet hij erop volgen: 'Dit praat zo ongemakkelijk, ziet u.'
Selma maakte Bram met haar ogen duidelijk dat ze toch maar de kamer moesten ingaan en moesten plaatsnemen. Hij schudde resoluut nee, maar toen zijn moeder bij hem vandaan liep kon hij niet achterblijven. Met grote tegenzin volgde hij haar de warme, bedompte kamer in en vervoegde zich naast de stoel waarin zijn moeder behoedzaam op het uiterste randje van het zitkussen plaatsnam. Ze trok haar grijze rok recht en legde haar marmerwitte handen verstrengeld op haar knieën. De directeur drukte zijn sigaret uit in de roestvrij stalen asbak voor hem op zijn bureau, ging zelf ook weer zitten en richtte vervolgens zijn waterig blauwe ogen vragend op Bram. 'Er staat daar nog een stoel hoor.'
'Ik sta hier prima zo,' zei Bram afgemeten. 'Dank u.' Hij zou blij zijn als z'n vader eindelijk eens binnenkwam, dan konden ze tenminste deze hoogst onaangename zitting onder voorzitterschap van dat kale ijs-konijn opheffen en rap met z'n drietjes dit ongezonde rookhol verlaten en eindelijk gaan eten. De directeur keek op zijn polshorloge en trommelde vervolgens ongeduldig met zijn vingers op het bureaublad. Selma vroeg zich af waar ze in 's hemelsnaam op zaten te wachten, maar ernaar vragen durfde ze niet. Roerloos zat ze op de rand van haar stoel en hield haar blik op de witte knokkels van haar stijf gevouwen handen in haar schoot. Bram had zijn overjas losgeknoopt en stond
30