een Joods-Palestijns debat dat ze voor augustus organiseert. Ze vroeg mij daar ter inleiding een toelichting te geven over de rechtmatigheid van eventuele sancties tegen Israël, nu dit land, ondanks het verbod van het Internationale Gerechtshof, toch doorgaat met de bouw van die afscheidingsmuur. Nou, dat wil ik wel, zei ik. Ze vertelde toen dat er die avond ook gedebatteerd zou worden met mensen van haar club, een Palestijnse Nederlander en enkele rechts georiënteerde joden die tegen een Palestijnse staat zijn, en vroeg me of ik nog mensen kende die "goed in dat plaatje pasten", zoals ze het uitdrukte.' David keek Selma aan: 'Toen ze begon over een rechtsgeoriënteerde jood die tegen een Palestijnse staat is dacht ik direct aan jouw zoon, ik adviseerde haar dus doctor Bram Bloch hiervoor te benaderen. Die mevrouw Hirschfeldt reageerde dolenthousiast, aan Bram die ze van vroeger zei te kennen, had ze zelf nog niet zo gauw gedacht. Ze zou hem onmiddellijk bellen.'
Met ogen groot van verontwaardiging keek Selma David aan. 'Mijn zoon is helemaal geen "rechts geori-enteerde jood" zoals jij hem noemt, en is evenmin tegen een Palestijnse staat. Bram is tegen terreur, tegen het vermoorden van onschuldige burgers.'
'Zo.' Davids bruine ogen vernauwden iets: 'Is hij dan ook tegen de terreur van de het Israëlische leger tegen de Palestijnen?'
Moedig van woede wierp ze fel tegen: 'Het Israëlische leger handelt uit verdediging, dat is geen terreur. Wij slaan terug als er een bus met onschuldige joden is opgeblazen. En dat mag volgens jou dus niet? Bram heeft gelijk, het is ons joden altijd al verboden terug te slaan, zelfs mensen van ons eigen volk vinden kenne
100