lijk dat we moeten buigen.' Hard schoof ze haar stoel achteruit en stond op. 'Ik kan je nu alvast beloven dat Bram aan een dergelijk debat niet zal meedoen.'
'Mevrouw Snibbig belooft iets,' zei David spottend terwijl ook hij omhoog kwam uit zijn stoel. 'Die avond biedt jouw zoon anders een unieke gelegenheid voor een groot gehoor eens zijn Zionistische mening te spuien, hij kan voor leuk vuurwerk zorgen. Volgens mij zal hij wel degelijk enthousiast zijn als mevrouw Hirschfeldt hem benadert.'
'Dan ken je Bram niet.' Selma greep haar tasje van de grond en liep langs hem heen naar de deur. Bonny, ontdaan vanwege de woordenwisseling tussen Selma en haar man, ging haar achterna. 'Waar ga je heen Sel? Het is toch nog veel te vroeg voor de dokter.'
'Weet ik, maar toch ga ik.' Bij de deur draaide ze zich om naar David. 'Tot ziens en zeg Frieda maar dat ze zich de moeite kan besparen Bram te bellen, ik weet zeker dat hij er geen tijd voor zal vrij maken.'
'Maak jij dat voor hem uit?' David keek haar furieus aan en Selma maakte dat ze wegkwam. Bij de voordeur putte Bonny zich uit in verontschuldigende woorden over David. 'Maar jij moet ook niet zo bovenop die zoon van je zitten, Sel.'
'Ik zit niet bovenop hem, ik neem het enkel op voor mijn kind. Mag dat ook al niet?' Selma trok de deur open.
'Zal ik dat stukje naar de dokter met je meelopen?' vroeg Bonny.
'Nee. Ben je mal, dat is echt niet nodig.' Selma moest er niet aan denken.
'Bel je me, hoe het is gegaan?' vroeg Bonny toen ze Selma uitliet. Dat zou ze doen. Eenmaal op straat om
101