Terug uit de Hel van Buchenwald

mando's (die er eiken dag op uittrekken, om werk te doen buiten het kamp) staan onder toezicht van een S.S -man, meestal een „Schar-führer". een onderofficier; de groote commando's worden door een officier geleid. Er zijn dus een 150 a 200 S.S.-mannen, die geregeld dienst doen in het kamp.

De S.S. is troef.

De S.S.-Führer regelen de werkzaamheden met de Capo's (gevangenenvoormannen), die ook ti)dens het werk toezicht houdên.

In de Blocks was het in mijn tijd uit te houden. Vóór 1943 maakte men het den gevangenen ook hier tot een hei. Dra 4 uur opstaan en om 5 uur bedden model opmaken, De bedden moesten in een onberispelijk rechte lijn staan. Wie deze verbrak, kreeg er s avonds van langs en had als extra-straf zijn bed eenige keeren over te maken, ’s Zondags inspectie over schoenen en kleeren Menigeen heeft bloed gezweet, als het den dag tevoren had geregend en zijn vodderige broek en jas dik onder de modder zaten.

Op de appèlplaatsen waren de Heeren van de S.S. steeds aanwezig. Een enkele gedroeg zich daar behoorlijk. De meesten gingen rond — tot zelfs de laatste weken - met het air van ,,wir Sieger".

Indien een gevangene zoo n S.S.-individu in het kamp tegenkwam, dan moest zijn muts met een ruk van het hoofd en met het hoofd recht vooruit — want het was ons, verv/orpelingen, niet geoorloofd deze moffen-goden te aanschouwen — de handen op de naden van de broek, dienden wij het tuig met zes passen gestrekte beenen loopen te pas-seeren.

De „Binnenleiding" wordt geheel aan de gevangenen overgclaten, ook b.v. de kamp-politie en de brandweer; de afdeeling huishoudelijke diensten, zooals ziekenhuis, kleedingmagazijn, magazijn voor uitrustingsstukken, kleermakerij, schoenmakerij, posterijen, enz. staan alle onder leiding van afzonderlijke Schar- of Sturraführer. Dit geldt voor alle werkcommando s.

Boven de Blockleiding m werk-comrnando s, belast met de leiding over het geheele kamp (natuurlijk niet boven de Duitsche leiding) staan de Kamp-Oudsten 1, 2 en 3. De woonblokken staan onder een blokchef, bijgestaan door een aantal kamerwachten, politieke gevangenen, allen Rijksduitschers, voor het overgroote deel oud-gedienden, communisten met meer dan tien jaar training in kampdisciplinc. Onder de kamerwachten bevinden zich ook velen, die later aangekomen zijn, waarbij ook een paar Hollanders.

De verhouding van de gevangenen tot deze met leiding en toezicht belaste mede-gevangenen is vaak goed, in een aantal gevallen ook onbe-

4