Terug uit de Hel van Buchenwald

Titel
Terug uit de Hel van Buchenwald

Jaar
1945

Pagina's
50



Nu wij thuis zijn, blijkt, dat wij niet eerst met ingang van Augustus 1944 zijn bestolen. Ik heb geen 40°/» van de mij vóór dien toegezonden pakketten in handen gekregen.

De Duitschcrs in de omgeving van het kamp, de kennissen en familieleden van de S.S,-boeven, kunnen ook van dezen officieel toegelaten, maar niet verordenden, diefstal op groote schaal, zeggen: „Van deze misdaden hebben wij niets geweten." Maar de bestolen hongerlijders geloven het niét.

Hoe dichter de Amerikanen Thüringen naderden, hoe harder de dieven werkten om onze bezittingen weg te slepen. Honderden koffers, gevuld met onze ringen en horloges, vulpenhouders, portefeuilles en acte-tasschen, ons ondergoed en onze overhemden, zijn vóór de bevrijding uit Buchenwald weggeslecpt.

Het moeten treinen vol geweest zijn, waarmee de bezittingen van gevangenen over de Duitsche Nazi-families zijn gedistribueerd. Want de diefstal beperkte zich niet tot wat de 48.000 man, die het kamp de laatste maanden bergde, bij hun aankomst hebben afgestaan. Buchenwald was een Mocder-Kamp, een doorgangshuis. De nummers liepen van 1 tot 120.000 en deze nummers zijn eenige keeren gebru'kt. Ik was de vierde, die zijn naam verwisselde voor nummer 22.046. Toen ik dat den tweeden dag na mijn aankomst hoorde en dus ervoer, dat drie doodennummers mij naar het crematorium waren voorafgegaan, was ik niet bepaald hoopvol gestemd op mijn toekomst. Aan mijn bezittingen en hun lot dacht ik zelfs niet meer.

Wanneer men de waarde van wat de gevangene gemiddeld aan lijfgoed en sieraden meebracht op niet meer dan f 100.— stelt, dan blijkt, dat de Nazi's ons alleen daarop voor meer dan tien millioen hebben bestolen. Waarbij komt, wat wij aan geld bij ons droegen. Voor millioenen en mil-lioenen hebben de Nazi-beheerders van ons bezit aan gave guldens, dollars en franken in de wacht gesleept.

Wij wisten, dat wij, ook al zouden wij er het leven afbrengen, nooit meer een draad terug zouden zien van wat wij buiten ons naakte lijf naar Buchenwald hadden meegebracht, of van wat ons was toegezonden. Maar ik geloof niet, dat één onzer zich daar één oogenblik zorgen over heeft gemaakt.

Wij hadden maar één hoop: nog levend en niet al te na aan den dood in ons zebra-costuum het moordcentrum te kunnen verlaten. Omdat wij aan het leven, de familie en onze oude omgeving hingen, maar ook om alles te kunnen navertellen.

En al leest U tien keer over, wat ik vertel en al huivert U van afgrijzen — van de mate van ons geluk, toen wij Buchenwald den rug toekeerden, zult U zich toch nooit een voorstelling kunnen maken.

21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.