„Is ’t niet waar, Williams?”
„Yes. Certainly. He only noted five guilders”....
„’k Gloof dat jullie me allemaal vemeuke . . . Zóo dee ik ’t” ...
Weg is-ie. ’t Gerommel houdt aan, tot de muziek invalt en zijn kurkachtige stem het populair kermislied inzet....
„’k Heb een nichtje ze heet Adèl,
„’n Aardig lief meisje je kent haar wel,
„’n Beetje scheel maar dat hindert niet,
„Verliefd wordt ge daadlijk als ge haar ziet,
„’k Zou met haar naar de kermis gaan „Doch die grap kwam me duur te staan „Ach sprak Adèle, ik durf haast niet „Als men mijne oogen ziet.
„Adèle, Adèle,
„Niemand die op je oogen let,
„Wij klinken, wij drinken
„Met kermis heeft iedereen pret!”
„Nou allemaal!” schreeuwt Piet in de zaal. Dat heeft succes. Dat is iets voor het publiek. Adeele! Adeele ! —, brullen ze in koor, terwijl Piet op zn gemak met Willems spreekt.
„Hè-je vijf voor mijn ingezet ?”
„Ja!”
„As ik win verdubbel je, hoor? Anders ’n riks !”....
„Zoo gingen wij naar de schouwburg heen „Adèle was echter niet vlug te been” ....
Weer heeft hij succes. Hij zingt goede platte liedjes, verstaat z’n vak. Het doek is nog niet gezakt of hij is bij de spelers, ’t Publiek stampt en roept. — „Nee, ik verdom ’t. Twee nummers is genoeg.” Toch geeft hij een biscouplet. Dan gaan ze terug naar de kleekamer, wordt er gescheld, treedt Georgine voor de tweede maal op.
Door ’n gaatje in de voorste koulis kijk ik toe, zie haar bewegen, flirten voor het voetlicht. Ze heeft geen of ’n raar soort succes. Als ze aan haar refrein toe is en een hooge noot uithaalt, begint er een op de gaanderij mee te gillen. Oo-oe-oe!, wat het sein is voor de andren om ’t refrein over te nemen en er lollig op los te gillen.