84
„Of een kranig officier „Of een flinken adelborst,
„In Chicago, Londen, Moscou „Overal een ideaal,
„Want mijn liefde kent geen grenzen „Zij is internationaal!
„Want mijn liefde kent geen grenzen „Zij is internationaal” ....
Ik voel me ongelukkig, jammerlijk ongelukkig. De woorden drensen op me toe, kleverig muf. Het is of een kast opengaat, waarin maandenlang vermot, beschimmeld goed heeft gelegen. God, God, hoe hopeloos! Waarom zit ik hier?.... Wat is dat alles onaangenaam.... Rotte liedjes en deuntjes voor een geil bourgeois publiek.... Wat doe ik hier? Die vrouw vind ’k beroerd, misselijk, zou ’k wel willen uitfluiten. Voor die vrouw voel ik groote minachting dat ze er lust in heeft zulke wezenloosheden te galmen met een geglimlach hier en een liefdoen daar, met ’n berekend laten kijken van haar rosen pantalon, omdat ’t er zoo bijbehoort, omdat de mannen zoo’n heete lol hebben als ze ’n stuk van een vrouwenbroek zien. Yoor dié vrouw ben ik hier gekomen, ik die pedant ben, me zelf voél, ik die iets moois in een vrouw zoek, ik, die een avond zoo krankzinnig geweest ben om met haar te spreken over verzen, over Vondel nog wel, over Gorter nog wel. Nou is ’t uit. Goed uit..., „Want mijn liefde kent geen grenzen, zij is internationaal” .... Daar spring je bij op. Dat vin je hopeloos, hopeloos, hopeloos. Dat zijn liedjes voor idioten, n Bouquet geven ! ’n Bouquet geven ! Rozen met parel-druppels over ’t voetlicht. Ik ’n bouquet geven ! Ik komen om haar „succes”, haar kuiten, haar pantalon te zien! ’t Is om bij te huilen van triestigheid, dat ze niet vóélt dat elk van haar be-schaafd-wulpsche gebaren voor dit publiek je pijn doen, je hinderen, je vijandig maken.
Ze hééft succes, komt terug, ziet me, lacht. Ik blijf strak, trotsch. Hier ben ik, ik, is zij ’n chanteuse die lol in haar bordeelvak heeft. Hiér ben ik haar vijand. Hier doet ze me niks, vin ’k haar léélijk met brandrige oogen, ploertig van doen. Lachend, altijd-lachend begint ze weer, kijkt me an, koketteerend, en haar woorden bekruipen mij klam als natte wurmen een droge huid, geven de sensatie van iets zeer hinderlijk, zeer antipathieks.