Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



ik fantaseer er den avond bij, zónder stadslawaai, mèt eentoonig gestap van een politieagent over het hard, naschokkend asfalt, waaronder ik lig — ik niet: het vergeten, smartlijk-mal iets.

Op dien Septembernamiddag had ik zulk eene benauwing, zulk eene aanschimming van dood, lag ik in den stoel met de smart-lijke bekruiping alléén in de wereld te zijn, altijd alléén te zullen blijven. Ze zijn verdoemlijk die uren van melankolie. Ik dacht aan de oudelui, de zusters, zag ze in de huiskamer, bij avond, rondom de tafel. Een voor een noemde ik de namen, zag ze, flauw, schimmig, weggeneveld in lustlooze herinnering. — Dan zocht ik verder, zonder inspanning, zonder wakkere bewustheid naar andere bekende gezichten, zag ze, zag ze, wegkwijnend in den nacht van mijn hoofd waarin triestigheid blindtastend rondging, zag ze Karel Van Leeuwen Scherpenzaal .... én.... én menschen die ik héétte te kennen, die

vrindschaplijke handen gaven.... die me nu vréémd waren, die ik nooit meer verlangde te zien, nooit meer, nooit meer. Want in niets van hen stelde ik belang. Wat waren zij voor me? Vreemden. Wat ik voor hen? Vreemde. Zij zouen meepraten, meelachen boven het asphalt, als mijn triestig, smartlijk iets er lag. Je zag

ze zitten bij Mast, bij cognacgrokjes en bier — en je hoorde.....

Jammer.... jammer.. . Zoo’n goeie kerel.... An wat zou-die

zoo-in-eens gestorven zijn?... Jammer. Jammer  Jammer,

jammer  Jammer, jammer Daar zat-ie altijd Jammer, jammer.... Nee, zoo heel spraakzaam was-ie nooit.. . Jammer, jammer .... Jammer, jammer.......Aan    ....    neeeemè !. . . .

Aanneemè!... Je zag ze.... zitten.... Karel, links.... Van Leeuwen bij den spiegel.....

Dan zocht je weer verder naar andren die verdriet zouen hebben .... Verdriet? Wie, Verdriet? Wat, verdriet ? .... Je hoorde vader z’n    neus    snuiten, ’n paar    maal hard, zooals die

meer dee als die    last    of verdriet van    z’n    kinderen had....

Je zag moeder zitten in den grooten stoel voor het raam bij het spionnetje en Coba en Gerda, bij de tafel, allemaal stil voor twee, drie dagen en een porseleinen visitekaartjesbak, vol,

vol, vól met P. C’s Den volgenden dag aten ze waterbaars

met botersaus.....rijst    met aalbessensap.....’t Wasemde alles

weg.... Niemand    kón    smart hebben, als je    zoo stilletjes dood

bleef... ’t Kón niet, ’t kón niet. In je triestigheid, voelde je wreed, maar zeker, dat er niet iemand’s smart was, die je weldadig aan-


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.