Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



807

Juffrouw Henriette Rons nam nog wat eendeboutenwit. Ze was lang, mager, ’n vrouw van ’n jaar of vijfendertig, ouwelijk, met ’n jongemeisjes-vlecht. De vlecht gaf de eeuwige jeugd aan. Russe trok ’n flesch open wat Tilly een zenuwachtig gilletje dee geven. „Wat ben jij schrikachtig,” zei ik. — „Ik kan ’t niet höore.” — „Goed dat je hier ’t schièten niet zoo hooren kunt,” zei Julès : „dan zou je anders spreke.” Coba drukte op ’t schelknopje. Da en Antje kwamen afruimen, Da met een messenmand, Antje met een bordenbak. Dan werden er schoone borden wit met blauwen rand gegeven, kwam er een reuzenstuk kalfsvleesch met gehakt gevuld, dat Gerda wou gaan voorsnijden. Maar pa moest ’t eerst zien en de ouwe, vochtige genoeglijkheid glansde in z’n oogen, omdat Jeannette en Busse èn Henriette, protesteerden öf in verbazing waren over zóó’n prachtig stuk vleesch. Antje, broos in heur paars japonnetje, lei nieuwe vorken en messen op de leggers. Da zette rooden wijn op tafel. — „Waar heeft die Gèr ’t voorsnijjen geleerd!” — „Ja, dat doet ze héél goed. Me man snijdt altijd ’t gevogelte. Maar me dochter Gerda, die snijdt ’t vleesch. Me man snijdt ’t te dik.” — „’n Mooie borst...” — „O onze slager heeft zulk mooi vleesch.” — „Dat vin ik nou zoo’n prèttig gezicht,” zei Busse : „om naar kalfsvleesch te kijken dat voorgesnejen wordt.” — „Hè, wat 'n uitval!” — „Nou, tóch waar. Zulke breeje, witte reepen vin ’k gezellig... ’t Snijjen is haast gezelliger als ’t eten.” — Het gesprek snikte vervelend op dat onderwerp voort. „Nou ik éét ’t liever,” zei Jeannette. — „Ik zeg ook niet, da’k niet graag éét, maar ’t snijjen mag ’k graag zien.” — „Weet je wel, Marie” — zei tante met iets stemmigs-berustend: „hoe Herman” — dat was haar overleden man — „ . .. voorsneed” ... — „Ja, die snee prachtig voor,” zei vader : „die maakte van ’t slechtste vleesch ’n mooie schotel” — „Diè had u moeten zien voorsnijden,” lei moeder aan Busse uit: „als diè ’n kip of ’n fazant voorsneed, zocht-ie nooit naar de geledingen en als-ie klaar was, lag ’r alleen n kaal been op de schaal”. — „En hoe-die huzarensla assaissoneerde,” zei tante droomerig, zonder ’n zweém van sentimentaliteit: „als die ’m opmaakte, meneer Busse, dan was ’t ’n lust om te zien —, net ’n Engelsch tuintje — allemaal prachtige figuren van eigeel en bieten en augurken, niewaar, Marie ?... Zóo mooi zie je ’t zelfs bij Witzenburg niet” ... „Ja, da’s ’n hééle gaaf,” zei Busse : „ik mag ’t wel, zoo’n mooi opgemaakte schotel. Daar krijg je meer appétit van. Hoe

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.