289
„Da’s niet beleefd mevrouw.”
„Hè, drink u ’t nou uit, oome, ’t is zóo lekker!”
„Mag ’k de dames ellek ’n slokkie geve ?”
Toos, Ka en Netje an ’t proeven en Toos an ’t nalikken van ’t grondsop. En dan weer in ’t hoekje bij ’t raam, om ’t serviesje, knoeiden zij verdere kopjes, zoet, gezellig-kinderlijk morsend, soms met kleine ruzietjes, alle drie met vic ze bruine vingertjes en cho-colade-mondjes. Ook zaten Toos en Ka wel eens samen op mijn knieën, keek ik naar buiten naar ’t lange, groenlooze tuintje, waar de kippenren was en de zwangere hond rondliep, vertelde "wonderlijke histories van reuzen, goeie koningen en tooverheksen. Bij wijlen luisterde Georgine, glimlachend, keken de zes oogen naar mijn mond, kéék ik naar ’t kale tuintje, naar de overzijde van ramen, gordijnen, kamerende menschjes, groeide het bizarre kinderverhaal naar de fletse regenwolken, óver de vierkantlijn der daken — kleurend de avonturen van eene purperroode prinses, die op een kopergroenen zwaan door witmarmeren paleizen aan ’t dwalen was om een marsepijnen prins te zoeken op wien ze razend verliefd was.
Karel kwam wel eens op bezoek, druk, vertellend van zijn sigaren, hengelend naar ’n nieuwe bestelling, gekscherend over de „weddingschap” bij Thomas. Zijn klein eigenbelang had hem tóch maar doen blijven bij de menschen die ons zoo christelijk verjaagd hadden. Hij at er zoo goedkoop. Hij sliep er zoo goedkoop. Ze waren zoo goéd voor hem. Eens werden we verrast door Lisy, de vriendin van Georgine, die ’k in Den Haag had leeren kennen. Ze had haar man „laten stieken, den Scheiszdreck” nu de varkens „gedresseerd” waren, leefde met een rijk diamant-joodje. Duur aangekleed, met een mantel, dien Georgine op honderd gulden taxeerde, benauwde ze een vol uur het pover gemeubileerd kamertje, dronk een half fleschje port, deed verhalen van ’n champ»agnefuif bij Yan Laar samen met andere mintenees en minteneurs.
Moos, stil, in-zichzelf-gekeerd at de meeste middagen bij ons. Hij „werkte” aan een treurspel, kwam tegen etenstijd, hol van oogen, vermoeid, speelde met Kaatje, ging weer dadelijk na het eten weg. De langdurigste, gedeeltelijk pijnlijkste bezoeken waren die van Dirk. Op een publiek Bal-masqué in het „Paleis” hadden Georgine en ik Guus bij oesters en champagne gezien met den
19