Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



26

z’n vrouw geweest, ja of nee? ’t Is n godsnakende schande! Zoo’n vuile verdommeling! Enfin, ’k zal d’r maar wat opzetten. Al dat gelul geeft niks, geen mieter!”

Er komt ’n stilte van ergernis en verveling. In de achterkamer hooren we Stien scharrelen.

„Nou,” zegt Scherp eindelijk, dikwijls kan-ie zoo héél kalm uit z’n slof schieten: „Zoo héél erg ongelijk heeft-ie niet.”

„Watte!”, zegt Duif, woedend, zich haast verslikkend.

„Met permissie, jij verzuipt toch alles.”

„Heb jij daar last van, jóód?”, snauwt Duif, geelbleek van ingehouden woede.

„Niet schelden op mijn kamer,” zegt Dirk, sussend.

„Ik lüs me glaassie op z’n tijd,” ratelt Duif, kwaadaardig: „Dat wil ik goddoome wTel wete. Maar d’r vader laat zich minteneere, minteneere door ’n getrouwde vrouw. Daar vréét*ie van, de vuilik. En ons laat-ie verhongere. Mot-ie bij Mast vreete met ’n halve flesch wijn, as ik niet weet rond te kommen? Hij was an de zallem bezig, an de zallem, god zal ’m verdomme, met doperwtjes, heit ’t kind me verteld. Wij hebben ’t motten stellen met klapstuk ! Zoo’n vuilik! Zoo’n lazermakkero!”

„Hij heeft ’t kind toch wTillen hebben en goed op voeden, lieeft-ie me gezegd,” merkt Scherp kalm op.

„Smóés jij maar met ’m. Jullie kunne allebei de kouwe koorts krijge. Ik zal zoo gek zijn om Stien an hém te geven! Ik zal verdomme zoo gék zijn!    Ze    is van mijn,    niet van    hem! Ik heb ’r

me gemak van. Ze hóéft    ’t    niet beter te    hebben    dan ik. Dat zou

wat moois zijn.”

„Ja. Ja. En ’t kind is ’r de dupe van,” zegt Scherp, onnoozel genoeg om met het wijf    te    willen redeneeren.

„Wel Jeesus nog toe,    waar bemoei jij    je mee,    vuile jood! Be

moei ik me met jóü!”

„Jij ben te stom om mij te beleedigen,” zegt Scherp, die wit om z’n neus wordt.

„Maken jullie nou geen ruzie in den laten nacht!”, vermaant Dirk. „Laat ’m dan z’n smoel houen, die snotneus!”

„Wat zijn jullie van avond verdomd vervelend! Heb jepaarde-vleesch gevreten, Duif?”, zegt Guus.

„Nee, klapstuk, heb je toch al gehoord.”

Buiten wordt gefloten.

„Daar zal je waarachtig Trees hebben!”


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.