Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



272

héelemaal gek. — Morgen zou ze zien, da’k geen kwajongen was. — ’n Heelen prettig begonnen avond bederven om niks, letterlijk om niks! Maar dan zakte m’n drift weer. Was ’t juist geen bewijs dat ze van me hield? — Was ’t wel noodig geweest dat ’k zoo lang naar ’t portret had gekeken ? Nóodig, nóodig! Op zoo’n manier kwam je absurd onder de pantoffel. O zoo! O zóo. Nou niét toegeven. Gaf je niet tèlkens toe, als zij begon te huilen bij ruzietjes. En wat ’n ignobele verwijten. Ik, nèt als andere mannen. Bah! Daarmee schopte ze weer alles ondersteboven wat je in d’r opgebouwd had. ’t Moest uit wezen met die kinderachtigheden. Was je ’n man of ’n kind ? Beneden alles, benéden alles was ’t om ’n herrie te maken over ’n onzinnigheid. Zoo. Zóó. Nou eens zien. Wat dee ze? Ademde ze niet ? Nee, ze ademde niet. Zeker lag ze te denken. Als ze nou verstandig w^as, zou ze d’r armen om me heen slaan; kan je begrijpen! Net iets voor haar! — Zou ze soms niet goed wezen? Ze was al is eens flauw gevallen ? — Nee — ze begon weer te huilen onder ’t dek. Wat ’n ellèndig gehoor, ’n vróuw die huilt! Die goeie meid! Was ’t niet héérlijk dat ze zoo van je hield ? Hoe lam, ’n Sinterklaasavond die met ruzie eindigde — als je vrindelijker, verstandiger geweest was, zou ’t niet gebeurd zijn. Omdraaien? D’r in je armen nemen? Wat ’n kinderachtigheid van twee menschen, die van elkaar houwen, om elkaar zóo te hinderen ... D’r maar afzoenen .. . „Georgine . .. Mol!” . . . Geen antwoord . .. „Toe nou, kind” ... Wat een stugheid ! ... Goeie God, wat hing ’t leven aaneen van vieze kleinigheden. Was ’r dan plaats voor gróóts, als zoo telkenmale ’n prullige jammerlijkheid, die buiten je èlgenlijk leven omging, je bloed ophitste naar je hoofd en je warm-levendig dee staan te midden van klein, schrijnend kamertjesdoen. Was het mooi dat je in ’n vrouw zag en vereerde, niet afhankelijk van diezelfde, stomme, armoedige nesterijen ? Werd zoo niet tégen je wil in, je sterk idealen-leven duf en muf, als het vreten van ’n mot in vergane pelzen ?...

„Kom nou, kindje ... Wat is dat naar om zulke disputen te hebben ... ’k Geef je mijn woord dat ’k an niets, an absoluut niéts gedacht heb — toen ’k stond te kijken ... Hoe kun je zoo dom zijn ?”

„Dat vervloekte portret!” — stoof ze op : — „maar je zult ’t niet méér doen, hoor!”

Ze sprong het bed uit. Haar bloote voeten smakten over ’t zeil.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.