Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



203

„Da’s ’t vrouwtje van ’n makreel/’ lacht Dirk, die weer over ’t geval heen is.

Stientje slurpt koffie. Bij ’t licht van de lamp wreeden de roodbehuilde oogjes in ’t ernstig-wit gezichtje. Naar haar moeder durft ze niet kijken. Met de dunne bloedlooze lipjes blaast ze in de koffie, lacht verlegen om Scherp, die Fransch tegen haar spreekt en gezichten trekt.

„Dag Scherp,” zeg 'k over de    tafel heen.

„Dag Alf,” zegt hij, glimlachend.

„Hoe staat ’t met Jt leven, jong?”

„O, best,” zegt hij flauwtjes.

„Jullie doen of j’elkaar in geen eeuwen gezien heb,” zegt Trees.

„Nou, we hebben elkaar in lang niet gezien, niewaar Scherp?”

Hij knikt. Er is iets in z’n oogen dat me niet bevalt, ’t zelfde van dien middag. Trees gaat    ’r op door,    maar    hij    wTil    niet.    ’n

Paar maal begint ze ’n apart    gesprek, maar    Georgine trapt    op

mijn voet, zegt zachtjes dat ze niet wil da’k met Tréés praat.

„Nou mot jij toch is zegge, Trees, of jij niet is met ’n fox op je schoot van Leeuwarden naar hier gereisd ben, zonder dat de kondukteur ’r wat van zei?”

„Met ’n fox... van Leeuwarden?” vraagt Trees.

„Zie je,” zegt Dirk en wéér is er een taaie ruzie tussclien Dirk over ’t reizen met hondjes, waarbij elkeen wat zegt en Guus in herhaling komt van wat Dirk gisterenavond beweerd heeft en Dirk, driftig, gezegden van Guus citeert. Guus heeft dat niet gezegd. As ze dat gezegd zou liebbe ... Nee maar. Hoe kan ze nou zoo iets gezegd hebbe, Duif? — Jessus, nee — zoo iets kan Guus niet gezegd hebbe. — Tegen haar had ze nog vóór n paar dage gezegd. — Dan stoof Dirk weer op. — Hij wou d’r ’n eed op doen dat ze ’t gezegd had. — Had ze ’t niet gezegd, toen hij nog gezegd had: je mot voor ’n hond half geld betale. — Nou dan wist-ie d’r ook niks van, zei Karel weer. — ’t Was gewoon vol tarief. — En Guus zei dat ze ’t toen niet gezegd had. — Maar hij had gezegd dat je ’n kanarie in ’n kooi. — Wel alle-jezus had-ie dat gezegd? De woorde had-ie niet in z’n mond gehad... Zoo iets walgelijks-stoms kón hij niet gezegd hebbe... Of-die nou wèer begon? — Nee of zij weer begon? — Zij was begonne. — Daar ware alle mensche getuige van. — Zij was begonne met an Trees te vrage of die niet is gereisd had met ?n fox. op d’r schoot van Leeuwarden naar Am

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.