Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



189

niet... Denk is an me ouwelui... en an me broer, die me toch al niet anziet omda’k met jouw loop !” ...

„Jouw broer! Vraagt-ie of ’t naaistertje dat*ie op ’n kamer gezet heeft, of die familie heeft? Waar bemoeit*ie zich mee! Laat elk voor zich zorgen! Zooals we nu leven wil ’k ’t niet langer. Jij moet je niet voelen als ’n vrouw die iets verkeerds, iets slechts doet en ik wil niet zijn één in de rij van de ploerten die jij heb leeren kennen. Begrijp je? Waar is je arm? Hóór je me niet, Mol. Ik wil gearmd loopen.”

„Nou-nou, driftkop ! ... Maar samenwone in jouw huis gaat niet, gaat nóg niet.”

„Goed. Best. Maar dat binnensluipen in m’n huis wil ik niet meer. Jij moet je niet meer vernederen. Dan zie ’k je voortaan liever alleen in gezélschap.”

„Is dat ’n anloopie om van me af te komme ?” vroeg ze ongerust.

„Georgine, wees toch niet altijd zoo klein!”

„Dan moet je zulke dingen niet zegge. Wie zegt dat nou! Wil je liever van me af? Zeg ’t dan ruiterlijk!”

„Daar dénk ik niet an. Maar dat sluwe, bedekte gescharrel wil ik niet langer. Da’s toch wel een bewijs da’k eerlijk ben, niet? Heb je strakkies niet zelf geklaagd over de juffrouw met den scheeven nek, die jouw door ’t spionnetje zit te beloeren en over de bovenbuurtjes die uit d’r raam hangen? Jij ben mijn vróuw en mijn vrouw laat ik niet langer op de stoep staan.”

„Goed en wel, maar dat doe’k nog liever dan inwonen... Wor d’r niet kwaad om, maar ’t geeft me zoo’n gevoel van afhankelijkheid, zoo’n gevoel dat je me met koffers en al op straat kan zetten als ’t jouw blieft.” —

Nee. Ik werd niet kwaad. Maar ’n groote triestigheid kwam over me, dat ze zoo niets begreep, niets, niets, niets, van mijn verlangen, zoo schrikkelijk vast zat aan kleine bedenkingen. Maar ’t zou wel komen. Ik had wil voor twee.

„Zie je, nou loop je stil en denkt kwaad van me. Ik geloof wel dat jij ’t goed meent, maar de omstandigheden zie je... Wat moet ik, om nog is ’n voorbeeld te noemen, doen als je papa onverwacht overkomt — da’s toch zoo ónmogelijk niet? — of je ma, of je zusters ? Mo’k me dan zoolang verstoppe in je kelder of stel je me voor als je huishoudster? — Of als — of als — ’k wil d’r niet an denke — maar ’t kan toch gebeure —we zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.