Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



183

met ’n officier van de marine ... Daar herinner ’k me zoo goed als niks van... ’t Was geloof ’k wel ’n gezellige vent... maar altijd met z’n vrinde an ’t klesse over de dienst en over ’t ministerie en over de schepe . .. nee hoor .. . Drie weke was ’k met ’m op de reis natuurlijk... In Amsterdam zou ’t niet mogelijk geweest zijn ... ’k Ben ’m heelemaal kwijt geraakt... ’k Geloof dattie in Indië zit... Eens ha’k ’m wat geld te leen gevraagd en had Isaac de brief opengemaakt en er ’t geld uitge* nome. Hoe vin je zoo iets? ... Wat verdomd smerig, hè? .. . En dan zei*die wel is tegen me ... Je mot niks afslaan, as de heere je wat geve wille ... Op ’n dag wou-die naar Amerika... Daar moest zooveel geld verdiend worde... Ik blij ... Ik voor hem an ’t werk om ’m an passagegeld en an kleere te helpe. Me laatste cente hè’k ’m gegeve. Je had ’m is motte zien weggaan as ’n heer met ’n nieuwe jas met ’n bonte kraag en met zes nieuwe tricot-broeke en met twaalf paar sokke en met nog veertig gulde zakgeld ... ’k Heb ’m met de kindere weggebracht tot an de boot. Gek toch, hè — toen de boot wegging stond hij te huile en most ik ook huile. — Hoe zou dat nou komme bij twee mensche, die elkaar niet zien magge ?... Zóo ha’k me uitgekleed da’k niet eens die week cente had om me bakker en me groenboer te betale. Nou toen hè’k hoe langer hoe meer de beest gespeeld. Samengeleefd hè’k nooit meer. Jij ben de eerste. Maar ’k heb veel gescharreld met kerels waarvan ’k de naam niet meer weet, ’k heb veel champagne gezope om me directeure te pleziere en ’k ben dikkels ’s morgens zes, zeven, acht uur op me bed gekomme.”

. . . „Heb je met Piet ook ?

„Met welleke Piet?”

„Met die komiek uit Den Haag?”

„Nee, bij God niet. Hoe kom je daartoe?”

„Nou, — ’k dacht ’t zoo.”

„Nee, nooit. Met dat soort lui he’k me nooit afgegeve” ...

„Is dat alles?”

„Da’s alles... Je wil toch niet da’k je die gewone scharrele-rijtjes vertel?”

„Nee...”

„Nou hè-je zeker ’n groote minachting voor me ?...”

„Nee. Nóu hou ik meer van je. Voel je ’t verleden nu niet als ’n gróote rust... nu ’k alles w'eet.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.