Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



160

naar de porties- vleesch die mamma verdeelt. We eten. Zonder gepraat, ’k Breek ’n aardappel in de gestolte vetsaus, snij ’t taaie vleesch. De glimlachende man met de hooge puntboorden, de mooie das en ’t geplakte haar gluurt vriendelijk-tevreden van den schoorsteen naar mijn bord. En ’k neem m’n eersten hap in Geor-gines huis, ’n stuk zoeten aardappel met ’n stuk taai vleesch, slik 't met geweld, naspoelend met bier. De te hooge lamp, schel van licht op de oogen, bleekmakend door de altijd bevende, stroeve gloeilijn, schijnt op de hoofden, op ’t glanzig, zijden lichthaartjes-gepluim van Georgine, op ’t verwarde vlaskopje van ’t kind. De vorken glimmeren op en neer, van ’t kind ’t vlugst. Het wekkertje op den schoorsteen naast den vriendelijken, gelukkig-lachenden man, tikt gejaagd-snel. En ’k breek ’n anderen aardappel in de vetstolling, wrijf tot een nat breitje komt, kauw, voel het schelle licht de randen om mijn oogen afteekenen, vind ’t wit van mijn bord te wit, het wit van ’t tafelkleed te fel, het schamplichten op de vork hinderlijk — „Mamma, mag ik asjeblief nog ’n beetje saus?” — En dan tref ik weer ’n zoeten aardappel... . vind dit eten van eene griezelige natte-voetenachtige onlekkerheid.

„Smaakt ’t je niet? Wat zit je te kieskauwen,” zegt Georgine.

„Kieskauwen ? Ik kieskauw heelemaal niet.”

„Nou als jij dat geen kieskauwen noemt, dan weet ik niet wat kieskauwTen is.”

„’k Yin ’t héél lekker, ’k Hou wel van biefstuk en andijvie.1

„Wat scheelt je?”

„Niks.”

„D’r scheelt je wél wat.”

„Mag ’k .. .. mag k?” .... Ik kan 't niet inhouden, móét den hap op den rand van mijn bord leggen — „neem me niet kwalijk — neem we asjeblief niet kwalijk — hè, wat was dat beroerd .... Zóó’n lange haar in de andijvie”....

„Hè — jessus, nou kan ’k geen hap meer eten,” zegt Georgine.

„Nou d’r zullen ?r wel geen dozijn in zijn,” meen ik.

„Dat vuile mens.... dat vieze stuk schorremorrie .... Laat ze d’r haar niet kammen in de keuken .... Ik betaal ’r toch voor.”

„Nou één haar kan iedereen gebeuren.”

„Gister lag ’r ook een in de sla.... Me moeder zegt altijd: kom nooit met je haren bij de groenten. Die krijg je d’r nooit meer uit”....

„Nou maar ik vin :t heusch lekker, Georgine.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.