Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



vieze meid” .... Den verschroeiden, proppigen zakdoek uit lang geleden dagen, plet ze om ’t groene neusje, ’t Kind knijpt de oogjes dicht, rukt ’t hoofdje weg. „Kom nou .... Je kan toch zoo niet met ’n snotneus blijve loopen” .... Weer plet ’t bruin lapje ’t roodgeknepen neusje. „Au!.... Auou!” — „Goed zoo, knappe meid.” — Babbelend, klefjes pratend, alles met stille, kwijnende glimlachjes op ’t grutjesgezicht, soms sufjes kijkend in de lamp, wrijft ze de messen aan 't voorschoot, zendt Paulientje weg om ’n schoon servet voor meneer en Annetje voor twee zachte broodjes, loopt naar de keuken om ’n servet te halen die ’t kind niet vinden kan, blijft drentelen, slof dribbelen tot Annetje met de twee broodjes in de handen komt en gaat dunnetjes-lacherig, met veel lichtschuwheid, veel weeke aarzeling in haar bewegingen naar de achterkamer.

„Wat zat-jij d’r an te kijken!” lacht Georgine.

„Wat ’n typiese slobber, hè!”

„Zeker ’n gevaarlijk vrouwtje?” vraag ik.

„Wel nee. Ze is vuil. Maar je kunt over d’r loopen.”

„Ja. Ik ken dat soort. Pas op dat je geen ruzie met ’r krijgt. Da’s jè habaai bij de minste kwestie.1

De gordijnen hangen voor de ramen, ’t Gele lamplicht slaat glimplekken, scherp-zwarte schaduwen op de tafel, op de nattig-lichtende borden, op de vorken met zilverspatten, op de hoekige glazen, op de witte dopjes der bierflesschen. Op den schoorsteen in z'n zwart portretlijstje, schuin achterover, nèt nog in den lichtkring der lamp glimlacht lief de man met de hooge punt-boorden, de mooie das, ’t glad geplakt haar op ’t vierkant hoofd. „Heb je trek?” vraagt Georgine.

„Ja, ik heb wel trek.”

„Je krijgt niks meer dan ’n burgerpot.”

„Als ’t maar lekker is.”

„’k Heb zelf niet gekookt.”

„Mamma.... ’k heb zoo n honger!” begint ook Kaatje.

„Wordt daar niet gebeld?” schrikt Georgine.

„Mamma.... mamma!”

„Wil je je mond houen!” Vinnig rukt Georgine 't kind an ’n armpje en we luisteren naar de geluiden van ’t portaal. Kinder-klotsen klokken op ’t hout in de gang. Een touw sliert tegen den muur.

„Wie is daar?”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.