Kamertjeszonde

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Koos Habbema

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1899

Overig
2ed

Pagina's
439



„Da’s wèl waar.”

„In elk geval denk ik nou anders over haar.”

„Nou — en ik niet. Bruis maar niet op ! Als ’k t haar vierkant in d’r gezicht zeg, doe ’k ’t met opzet. Dan weet ze wat ze an ons heeft, an jou en an mij — arme luizen, zonder diamanten ringen, maar mét eerlijk denken over de dingen. Nou loopen ze je achterna, Treesje, om je mooie gezicht. Over ’njaar of tien ben je ’t kwijt, sta je op straat. Of je moest een rijken koopman vinden, die je wat langer minteneert! D’r is ’n plaats open an ’t tooneel, Trees; ’t heele tooneel ligt braak. Wat bliksem, heb jij dan geen kracht, als je ’t meent met je vak, om je los te maken van die drek? Wat?”

„Ik zou wel willen,” zei ze zachies.

„An Scherp heb je ’n goeie vriend.”

„Ik heb wel meer wat beters gewild.... Maar jullie weet niks.... Als je pas van de Tooneelschool komt .... ben je zoo blij als ’n directeur of ’n acteur vriendelijk voor je is .... Ik was smoor op je-weet-wel.... Die heeft me laten zitten.... heb ik gedacht nou kan me niks meer verdommen .... En ik hou van weelde .... Ik mót mooie dingen om me hebben .... Als Guus wat heeft of ’n ander, steekt ’t me de oogen uit! Lach me maar uit, ’t is zoo!.... Ik vin ’t zelf treurig .... Soms krijg ’k ’n gevoel van viesheid over me .... Bij jullie is ’t net of ’k ’n ander mensch wor, al snauw jij me ook af, hatelijk kreng .... Als ik altijd bij jullie was zou ’k heelemaal veranderen, geen mooie dingen noodig hebben .... Maar als ik strakjes de deur uitga .... Strakkies natuurlijk niet, da’s bij wijze van zeggen .... morgen, overmorgen en ’k kom Druif tegen, die me zegt ga j’ is mee dineeren bij van Laar of bij Riche .... dan zie }k ’t tapijt, de koperen trap-roeien, het witte tafelkleed — op me woord, ’k zie ’t —, ’k zie ’t precies met de blokjes er in, en ’t tafelzilver en de groene glazen en de witte glazen en de lusters met kaarsen en de Rijn-wijnflesschen — zijn jullie ook zoo dol met rijnwijn, jongens ? — en de champagneflesch met de afgesnejen touwtjes — als ’k champagne drink, wor ’k gek! — en de koffie in kleine koppies en de cognac in ’n kristal fleschje en de rook van Druif z’n sigaar — die rookt sigaren van ’n kwartje, zeg! — die in zulleke leuke spiraaltjes naar de kaarsen gaat en de heerlijke stemming van al die rijke menschen en 't gepraat en de eerbied van de kelners — jongens, zoo’n fijn diner met wijn, met veel wijn is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.